Ruimtelijk koopgedrag detailhandel
Brabanders kopen veel in de eigen gemeente maar ook online
In Noord-Brabant wordt ruim 17 procent van de detailhandelsbestedingen online gedaan, vooral voor recreatieve aankopen (mode & luxe en vrije tijd). In de fysieke Brabantse winkels komt meer dan de helft van de omzet van de dagelijkse boodschappen. De 4 grootste steden zijn sterk in trek voor recreatieve aankopen. De omzet per vierkante meter winkelvloeroppervlak is hier ook het grootst, deze blijft in de 10 middelgrote steden achter. In de overige (kleinere) gemeenten brengt het winkelvloeroppervlak voor de dagelijkse boodschappen het meest op. Er zijn in Brabant opvallend veel gemeenten die een hoge binding voor dagelijkse aankopen hebben. Brabanders doen deze boodschappen vaak in de eigen gemeente.
Koopstromenonderzoek 2021
In 2021 hebben de provincies Noord-Brabant, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland een nieuw koopstromenonderzoek (KSO2021) laten uitvoeren. Het KSO2021 levert cijfers en inzichten op over de (ruimtelijke) kooporiëntatie, het koopgedrag en oordeel van meer dan 100.000 consumenten over het functioneren van centrumgebieden en winkelgebieden daarbuiten. Voor Noord-Brabant gaat het om een eerste meting, er kunnen nog geen ontwikkelingen worden getoond. Klik hier voor de resultaten van het koopstromenonderzoek.
De basis van het onderzoek vormt een grootschalige enquête onder inwoners van de provincies Noord-Brabant, Noord-Holland, Utrecht, Zuid-Holland, Almere en Lelystad, een deel van de provincie Gelderland (Rivierenland) en de ring van gemeenten eromheen. Klik hier voor de onderzoeksverantwoording van het koopstromenonderzoek.
Indeling branches
In het koopstromenonderzoek (KSO) wordt een iets andere indeling in sectoren in de detailhandel gebruikt dan in de andere hoofdstukken in dit magazine. ‘Dagelijkse detailhandel’ in het KSO bestaat uit supermarkten, speciaalzaken en persoonlijke verzorging (gelijk aan andere hoofdstukken). De branche ‘niet-dagelijks’ in het magazine wordt in het KSO gesplitst in twee sectoren. De eerste is de sector ‘recreatief’ en bestaat uit winkels voor mode & en luxe, en vrije tijd. De tweede sector in het KSO is ‘doelgericht’ en bestaat uit winkels voor in/om huis.
17% omzet detailhandel door online aankopen
In 2021 besteedden de inwoners van Noord-Brabant in totaal 16 miljard euro in de detailhandel (zie tabel 1). Hiervan is ruim 13 miljard in fysieke winkels uitgegeven, waarvan meer dan de helft aan de dagelijkse boodschappen. De online aankopen maken bijna 17% (2,7 miljard) uit van de totale aankopen. Het aandeel van deze online uitgaven in de totale detailhandelsbestedingen ligt in Noord-Brabant wat lager dan in de Randstad. Voor recreatieve aankopen (mode & luxe en vrije tijd) geldt dat ruim een derde van de bestedingen online wordt gedaan.
Tabel 5.1 Detailhandelsbestedingen in Noord-Brabant in 2021 per branche (x 1 miljard euro) (bron: Koopstromenonderzoek (KSO) Randstad en Noord-Brabant 2021, Tabel 6.1)
Er zijn grote generatieverschillen bij online aankopen. Meer jongeren dan ouderen gaven in het onderzoek aan in 2021 meer online te zijn gaan kopen dan vóór de coronacrisis (36% tegenover 18%). Als het gaat om het aandeel online bestedingen is er ruimtelijk gezien weinig verschil (tussen Brabantse regio’s of typen stad).
Grootste steden sterk in trek voor de recreatieve aankopen
Per branche verschilt het deel van de toonbankbestedingen dat in de 4 grootste steden, de 10 middelgrote steden en de overige (kleinere) gemeenten terecht kwam (figuur 1). Voor de dagelijkse boodschappen hebben de overige gemeenten het grootste marktaandeel (45%). De recreatieve aankopen (mode & luxe en vrije tijd) werden vooral in de winkels van de 4 grootste steden gedaan, ook met een aandeel van 45%. Eindhoven is, met een marktaandeel van 14%, binnen Noord-Brabant de grootste trekker voor aankopen in de recreatieve sector. Tilburg heeft van de 4 grootste steden het laagste marktaandeel (9%) in de recreatieve sector.
Figuur 5.1 Marktaandeel toonbankbestedingen per branche en per type stad 2021 (bron: KSO Randstad en Noord-Brabant 2021)
Binnen de branche doelgericht (in & om het huis) hebben de 4 grootste steden een even groot marktaandeel als de overige gemeenten. Het marktaandeel van gemeenten in de branche doelgericht wordt sterk bepaald door de aanwezigheid van woonboulevards. Zo heeft Breda een marktaandeel van 13% in deze branche door onder andere woonboulevard Kruisvoort. Het marktaandeel van de gemeente Son en Breugel in de branche doelgericht is met 10% iets lager dan voor Breda. Wel heeft Ekkersrijt als winkelgebied een hogere omzet (331 mln.) dan woonboulevard Kruisvoort (283 mln.). In Son en Breugel komt vrijwel het hele marktaandeel van Ekkersrijt, terwijl er in Breda nog andere winkelgebieden zijn met een marktaandeel in de doelgerichte sector.
De 10 middelgrote steden hebben in alle drie de branches ongeveer een kwart van het marktaandeel.
Omzet per m2 blijft achter in 10 middelgrote steden
Winkels in de 4 grootste steden hebben een hogere omzet per vierkante meter dan in de 10 middelgrote steden en overige gemeenten. Vooral de recreatieve en doelgerichte branches laten hier de beste prestatie zien als het gaat om toonbankbestedingen per vierkante meter winkelvloeroppervlak (figuur 2).
Figuur 5.2 Omzet per m2 winkelvloeroppervlak ten opzichte van het gemiddelde van Noord-Brabant 2021, per branche en type stad. (bron: KSO Randstad en Noord-Brabant 2021, bewerking provincie Noord-Brabant)
De omzet per vierkante meter in de doelgerichte branches ligt voor de 4 grootste steden 30% hoger dan het gemiddelde voor Noord-Brabant. In de recreatieve branches verkopen de winkels in de grootste steden per vierkante meter bijna 20% meer. Breda en ’s-Hertogenbosch scoren het hoogst.
(Koop)stromen
Brabantse consumenten besteden relatief vaker in de eigen gemeente
In Noord-Brabant doen mensen vaker in de eigen gemeente boodschappen dan consumenten in gemeenten in de Randstad. Er zijn in Brabant opvallend veel gemeenten met een binding van boven de 90% voor dagelijkse aankopen. De verklaring ligt mogelijk bij het feit dat Noord-Brabant minder sterk stedelijk is dan de Randstad, de afstand tussen de kernen in Brabant is groter met bovendien meer plattelandsgebieden.
Een goed voorbeeld van een (middelgrote) gemeente met een hoge binding is Uden. Deze plaats weet de eigen inwoners ook heel goed te binden voor recreatieve aankopen en horeca. Dit komt onder meer omdat er geen andere grote stad dicht in de buurt ligt.
Figuur 5.3 Afvloeiing (online en fysiek) recreatieve sector per type stad 2021 (% van totale bestedingen recreatief) (bron: KSO Randstad en Noord-Brabant 2021)
Naast de plaatselijke aankopen (binding), gaan inwoners naar winkelgebieden buiten de eigen gemeente (afvloeiing fysiek) of kopen zij via internet (afvloeiing online).
Het aandeel online bestedingen is in de recreatieve sector het hoogst. Dit aandeel verschilt bijna niet tussen de 4 grootste steden, de 10 middelgrote steden of de overige gemeenten in Noord-Brabant (figuur 3). Dit is ook voor de sector dagelijks en doelgericht het geval.
Voor de recreatieve toonbankaankopen zijn inwoners van de overige, kleinere gemeenten veel meer georiënteerd op winkelgebieden buiten de eigen gemeente dan de inwoners van de grote(re) steden. De afvloeiing fysiek ligt hier op bijna 40% tegenover 14% in de 4 grootste steden. De overige gemeenten hebben over het algemeen een minder groot gevarieerd winkelaanbod en dus binden deze gemeenten haar inwoners en bijbehorende bestedingen minder goed.
Enkele specifieke winkels kunnen belangrijk zijn voor toevloeiing
Uit de cijfers blijkt dat Brabantse gemeenten met een onderscheidend winkelaanbod of een lokale trekker (specifieke winkel of winkelgebied) relatief veel consumenten van buiten de eigen gemeente aantrekken. Gemiddeld komt een kwart van de omzet van de plaatselijke detailhandel van buiten de gemeente. Voor de recreatieve en doelgerichte aankopen ligt dit aandeel veel hoger (43 en 44%) dan voor de dagelijkse boodschappen (11%). Gemiddeld 46% van de recreatieve aankopen in de winkels van de 4 grootste steden komt van buiten de gemeentegrenzen (figuur 4). Tilburg heeft met een toevloeiing van 28% een lagere regionale aantrekkingskracht dan de andere 3 grootste steden. In de laatstgenoemde steden wordt de helft van de recreatieve bestedingen door bezoekers van buiten de stad gedaan.
Figuur 5.4 Toevloeiing per branche per type stad 2021 (% van toonbankbestedingen) (bron: KSO Randstad en Noord-Brabant 2021)
Voor de 10 middelgrote steden ligt de gemiddelde toevloeiing voor recreatieve aankopen net onder het Brabants gemiddelde. De sector doelgericht trekt in deze steden gemiddeld ook minder consumenten en bestedingen van buiten. Uden, Roosendaal (Designer Outlet) en Waalwijk (woonboulevard Zanddonk) zijn hierbij de uitzondering: deze gemeenten trekken wel veel bezoekers van buiten.
Soms draaien ook kleine gemeenten met een bepaalde lokale trekker in belangrijke mate op de bestedingen van bezoekers van buiten de gemeente. Dit geldt bijvoorbeeld voor de overige gemeenten Son en Breugel (Ekkersrijt), Best (o.a. Decatlon en Hornbach) en Bernheze (modezaak Van Tilburg in Nistelrode).