Panden in gebruik door retail
Weinig verandering in aantal panden in gebruik
Het aantal panden dat gebruikt wordt door de retail is maar licht afgenomen. In de detailhandel nam het aantal winkels verder af, maar in de niet-detailhandel nam het aantal panden in gebruik nog wel toe. Dit past in de langjarige trend, hoewel er wel sprake is van een afvlakking. De daling van het aantal panden in gebruik vindt vooral plaats in Noordoost-Brabant en bij verspreide winkels. Binnen detailhandel stijgt het aantal winkels voor dagelijkse detailhandel, maar daalt het aantal winkels voor de niet-dagelijkse detailhandel. In niet-detailhandel zijn er vooral winkels in gebruik genomen door de horeca en cultuur- en ontspanning. In Noord-Brabant zijn er 71 woonplaatsen waar geen winkel is voor dagelijkse detailhandel. De meeste van deze woonplaatsen zijn te vinden in Noordoost-Brabant.
Eind 2021 waren er ongeveer even veel panden in gebruik door de retail als eind 2020. In de detailhandel nam het aantal winkels af met 127 (1%). In de niet-detailhandel werden netto 48 (0,3%) panden in gebruik genomen (rapport 2.1, pagina 1). Dit past nog wel in de langetermijntrend van afname in de detailhandel en een toename in de niet-detailhandel. De veranderingen zijn echter kleiner dan in voorgaande jaren. Dit is waarschijnlijk het gevolg van de coronacrisis en de bijbehorende steunmaatregelen. Weinig ondernemers in de retail hebben hierdoor een winkel geopend, maar er zijn ook weinig zaken gesloten.
Veel winkels veranderen direct van functie
De winkels die niet meer gebruikt worden door de detailhandel, krijgen vaak direct een andere functie. Er zijn netto 55 winkels in gebruik genomen door de niet-detailhandel en 53 panden hebben een functie gekregen buiten de retail of zijn gesloopt. Netto zijn er 19 panden leeg komen te staan. Naast de 55 panden die overgegaan zijn van detailhandel naar niet-detailhandel heeft de niet-detailhandel netto 63 panden die leeg stonden in gebruik genomen. Doordat er netto ook 70 panden een andere functie hebben gekregen of zijn gesloopt komt de totale toename van de panden in gebruik door de niet-detailhandel uit op 48.
Oppervlak aan retailpanden afgenomen
Het vloeroppervlak nam af in zowel de detailhandel als in de niet-detailhandel, in totaal met bijna 30.000 vierkante meter (0,5%). In de detailhandel lag de afname van het oppervlak met ruim 6.000 vierkante meter veel lager dan in de niet-detailhandel (bijna 23.500 m2). Over de langere termijn blijft de totale vloeroppervlakte stabiel. Door de grote afname van het vloeroppervlak in niet-detailhandel neemt hier het gemiddelde vloeroppervlak af, terwijl die in de detailhandel nog licht toeneemt.
Rapport 2.1 Ontwikkeling panden in gebruik door retail in Noord-Brabant (bron: Locatus, bewerking provincie Noord-Brabant)
Daling aantal panden in gebruik in Noordoost-Brabant
Regionaal zijn er grote verschillen in de ontwikkeling van het aantal panden in gebruik door de retail. In Noordoost-Brabant daalde het aantal panden in gebruik sterk (2,3%) ten opzichte van de andere regio's (rapport 2.1, pagina 2). Dit betrof zowel panden voor de detailhandel als de niet-detailhandel die direct (zonder eerst leeg te staan) een andere functie kregen. Dit is ook de enige regio waar de trend van steeds minder panden in gebruik zich doorzet. In de regio's West- en Midden-Brabant steeg het aantal panden in gebruik door de retail, vooral door een stijging van het aantal panden dat gebruikt wordt door de niet-detailhandel. In Zuidoost-Brabant veranderde het aantal panden in gebruik weinig.
Alleen bij verspreide winkels daalt het aantal panden in gebruik
Naar type winkelgebied daalt het aantal panden in gebruik alleen bij verspreide winkels (losse winkels buiten winkelgebieden) (rapport 2.1, pagina 2). Deze daling is het sterkst bij de detailhandel (2,4%), maar ook het aantal verspreide panden in gebruik door de niet-detailhandel daalt (0,7%). Deze daling doet zich voor in de regio's Noordoost- en Zuidoost-Brabant en is mogelijk het gevolg van het beleid van provincie, regio's en gemeenten om retail te concentreren in bestaande winkelgebieden. In de dorps- en stadscentra is het aantal panden in gebruik door de detailhandel licht gedaald (0,9%), maar het aantal panden dat in gebruik werd genomen door de niet-detailhandel was groter. Daardoor nam het totaal aantal panden in gebruik toe. In de wijkcentra en de woonboulevards steeg zowel het aantal panden in gebruik door de detailhandel als de niet-detailhandel licht. Op woonboulevards zijn de panden voor niet-detailhandel vooral in gebruik genomen door fastfoodrestaurants.
Weinig verschil in veranderingen aantal panden tussen typen gemeenten
Verdeeld over typen gemeenten (4 grootste steden, 10 middelgrote steden, 42 overige gemeenten) zijn de verschillen in ontwikkelingen van het aantal panden in gebruik klein (rapport 2.1, pagina 2). Overal daalt het totaal aantal panden in ongeveer gelijke mate. Het aantal panden in gebruik door de detailhandel daalt en het aantal panden in gebruik door de niet-detailhandel neemt licht toe. In de overige (kleine) gemeenten is de daling het grootst. Hier daalt het aantal panden in gebruik door de detailhandel met 1,2%, terwijl het aantal panden voor de niet-detailhandel met maar 0,1% stijgt (gemiddeld komt dit uit op een daling van 0,4%).
Meeste panden voor retail in dorps- en stadscentra
De meeste panden die door de retail in gebruik zijn, zijn gelegen in dorps- en stadscentra (rapport 2.1, pagina 3). Daarnaast zijn er veel panden in gebruik door de retail buiten bestaande winkelgebieden (verspreide winkels). Van verspreide winkels worden de panden door andere typen retail gebruikt dan in de winkelcentra. Bij verspreide winkels betreft het vaker panden in gebruik door de niet-detailhandel en dan vooral door garagebedrijven. In de winkelcentra zijn er meer panden in gebruik door de niet-dagelijkse detailhandel.
De stadscentra in de vier grote steden onderscheiden zich van de andere winkelcentra door een grotere aanwezigheid van panden voor niet-detailhandel dan voor detailhandel. Dit komt vooral door een sterke stijging van het aantal panden in gebruik door de horeca in de stadscentra van grote steden. In de grote steden zijn ook meer winkels voor mode en luxe te vinden (rapport 2.2, pagina 3).
Meer winkels voor dagelijkse detailhandel
Binnen de detailhandel is het aantal winkels in de dagelijkse detailhandel toegenomen. Het aantal supermarkten nam toe met 30 (3,3%) en het aantal speciaalzaken met 29 (1,5%) (rapport 2.2, pagina 1). Bij persoonlijke verzorging is het aantal winkels heel licht (5 winkels, 0,7%) toegenomen, maar in de drie eerdere jaren was er sprake van een sterke daling. Ook bij speciaalzaken is de daling in het aantal winkels (tijdelijk) tot stilstand gekomen.
Opvallend is dat de gemiddelde oppervlakte van supermarkten voor het eerst sinds 2011 is gedaald (rapport 2.2, pagina 2). Dit komt vooral door de opening van een groot aantal kleine supermarktformules (buurtwinkels, buitenlandse supermarkten en eco-winkels). In de andere sectoren van de dagelijkse detailhandel (o.a. speciaalzaken en drogisterijen) is nog wel sprake van schaalvergroting.
In de niet-dagelijkse detailhandel is het aantal winkels verder gedaald. Vooral het aantal winkels voor mode & luxe (105 minder winkels) en vrije tijd (22 minder winkels) liep verder terug (beide met 2,8%). Bij de overige detailhandel liep vooral de totale winkeloppervlakte sterk terug (bijna 5.000 m2).
Rapport 2.2 Ontwikkeling panden in gebruik per branche in Noord-Brabant (bron: Locatus, bewerking provincie Noord-Brabant)
Toename aantal panden in de horeca en cultuur & ontspanning
In de niet-detailhandel werden veel panden in gebruik genomen door bedrijven actief in de leisure, namelijk 76 panden (1,2%) door horecabedrijven en 34 panden (2,5%) door bedrijven in cultuur & ontspanning (rapport 2.2, pagina 1). In de horeca betreft dit vooral locaties voor het bezorgen en afhalen van maaltijden, dit verklaart ook waarom de totale oppervlakte van deze panden vrijwel niet toeneemt (rapport 2.2, pagina 2). Bij cultuur & ontspanning zijn er vooral fitnesscentra bijgekomen. Vorig jaar was er ook een sterke toename van het aantal escape rooms, maar dit aantal is weer gedaald. Binnen cultuur en ontspanning is de totale oppervlakte wel afgenomen, de panden worden gemiddeld dus kleiner.
Voor diensten nam het aantal panden in gebruik het meest af. Dit komt vooral door een afname bij particuliere diensten (o.a. makelaardij of uitzendbureaus, 40 panden, 3,4%) en overige diensten (o.a. banken of reisbureaus, 36 panden, 5,4%). In deze branches neemt de oppervlakte van de panden in gebruik ook sterk af. Het aantal panden in gebruik door ambachten nam nog wel toe met 40 panden (1,3%). Hierbinnen werden vooral panden in gebruik genomen door kappers, schoonheidssalons en nagelstudio's.
Binnen de subsectoren brandstoffen en automotive zijn de verschillen met vorig jaar klein. Er is 1 tankstation bijgekomen (0,2%). In de automotive sector zijn er 26 panden (0,9%) minder in gebruik. Hierbinnen is het aantal garagebedrijven na een groei in de laatste jaren nu gelijk gebleven en het aantal autodealers is verder afgenomen.
Bedrijven actief in de automotive branche zijn vaak gevestigd in de overige (kleinere) gemeenten (rapport 2.2, pagina 3). Hierdoor is het aantal panden in gebruik door de niet-detailhandel in deze gemeenten relatief hoog.
Aantal woonplaatsen zonder dagelijkse detailhandel groeit gestaag
In Noord-Brabant zijn er 71 woonplaatsen (ook wel: kernen) zonder een winkel voor dagelijkse boodschappen (supermarkten, speciaalzaken voor levensmiddelen of drogisterijen). Dit zijn allemaal woonplaatsen met minder dan 3.000 inwoners. Noordoost-Brabant heeft de meeste woonplaatsen zonder dagelijkse detailhandel (37). Dit geldt vooral voor de gemeenten Oss en Land van Cuijk (figuur 2.1). In deze twee gemeenten heeft meer dan 50% van de woonplaatsen geen winkel voor dagelijkse boodschappen.
Figuur 2.1 Woonplaatsen zonder winkel voor dagelijkse boodschappen per gemeente (bron: Locatus, bewerking provincie Noord-Brabant)
Vanaf 2005 is in 26 woonplaatsen de laatste winkel voor dagelijkste boodschappen gesloten. De trend in het aantal woonplaatsen waar de laatste winkel sluit is redelijk gelijkmatig. Jaarlijks gebeurt dit in een of twee woonplaatsen. Deze woonplaatsen worden wel steeds groter.