Het Brabants Participatiekompas

OPGAVE VAN DE PROVINCIE
ROL VAN DE PROVINCIE
PARTICIPATIELADDER
OPGAVE VAN DE PROVINCIE
OMGEVING VAN DE OPGAVE
RANDVOORWAARDEN
PARTICIPATIELADDER
OMGEVING VAN DE OPGAVE

Hoe werkt het participatiekompas?

Met het Brabants participatiekompas leg je de basis voor een succesvolle participatie-aanpak vormgeven. Door met collega’s alle vragen in het kompas te beantwoorden, breng je de participatieopgave, de belanghebbenden, het participatiedoel en het niveau van participatie in kaart. Op die manier krijg je snel zicht op de meest passende participatie-instrumenten.

  1. Vraag je altijd eerst af: is de opgave geschikt voor participatie? Zo ja, aan de slag met het participatiekompas!
  2. Het participatiekompas kent twee routes: route 'Stap voor stap' en route 'Doelgericht', die je uiteindelijk langs dezelfde onderdelen leiden. Zie de toelichting hieronder. Advies is om beide routes minimaal één keer te doorlopen en de uitkomsten te vergelijken.
  3. Komen alle onderdelen van het participatiekompas overeen? Kies dan een of meerdere geschikte participatie-instrumenten, op basis van de gegeven antwoorden.
  4. Heb je alle onderdelen behandeld? Werk de participatie-aanpak in detail uit op basis van de gegeven antwoorden.

Route 'Stap voor stap'

a. Beschrijf je beleidsopgave, en je participatieopgave en de omgeving van de opgave. b. Bepaal de gewenste rol van de provincie in het NSOB-model. Bekijk het bijbehorende niveau en doel van participatie. c. Geef de randvoorwaarden van participatie een score. Bekijk het bijhorende niveau en doel van participatie. d. Het kan zijn dat stap b en c leidt tot een verschillend niveau en doel van participatie. Als dat zo is, zal de rol van de provincie óf de randvoorwaarden bijgesteld moeten worden. Streef ernaar dat de keuze voor de rol van de provincie past bij de beschikbare ruimte en middelen. e. Bekijk nu opnieuw je beleids- en participatieopgave. Ben je het nog eens met je eerder ingevulde antwoorden of moet je deze bijstellen?

Route 'Doelgericht'

a. Beschrijf je beleidsopgave, en je participatieopgave en de omgeving van de opgave. b. Bepaal je doel van participatie, en bekijk welk niveau van participatie daar bij hoort. c. Bekijk welke randvoorwaarden passen bij het niveau van participatie. Zijn deze te realiseren? d. Bekijk welke rol van de provincie passen bij het niveau van participatie. Past deze rol bij de provincie in deze opgave? e. Bekijk nu opnieuw je beleids- en participatieopgave. Ben je het nog eens met je eerder ingevulde antwoorden of moet je deze bijstellen?