
Natuur- en landschapsinclusief
Varkensboerderij Den Elshorst
Weidevarkens helpen de natuur
Varkens houden op een manier die goed is voor de ondernemer, de omgeving, de maatschappij en de dieren zelf; dat is wat Ben Bruurs en zijn partner Thea uit Baarschot voor ogen hebben met hun weidevarkens.
“Het is nu allemaal heel modderig, maar zomers staat het hier vol met bloemen”, vertelt Ben Bruurs van varkensboerderij Den Elshorst bij een van de weides waar hij zijn dieren heeft rondlopen, een stuk land van het Brabants Landschap. “De varkens maken de grond open door te wroeten, op die plekken zaaien wij bloemenmengsels. Zo biedt deze manier van varkens houden ook wat voor de natuur.” Langzaam komen alle varkens hevig knorrend uit hun onderkomen gekropen en slaan verderop in het weiland aan het wroeten. “We kunnen de varkens ook wel gericht inzetten bij bijvoorbeeld een boomkweker om in de bodem engerlingen te zoeken, beestjes die de wortels aantasten. Of op akkers met veel kweekgras, de varkens eten de wortels van dit onkruid. Zo hebben onze varkens naast vleesproductie ook nog een andere functie.”
Varkens weer naar buiten
Zestig jaar geleden was Den Elshorst een gemengd boerenbedrijf met koeien, kippen, varkens en tuinbouw. Daar zijn alleen de varkens van over gebleven. Al ruim 30 jaar gaan Ben Bruurs en Thea Moonen voor de verbreding. En eigenlijk ook weer een beetje terug naar vroeger: minder varkens, die wel vrij rondscharrelen in het weiland, met daarnaast diverse nevenactiviteiten die hierop aansluiten. Bruurs wordt alom geprezen om zijn innovatieve bedrijfsvoering, maar de weg ernaartoe was een lange en eentje met veel hobbels. In 1997 kwam door de varkenspest een einde aan de varkens-subfokkerij op Den Elshorst. In de jaren daarna zocht Bruurs naar een nieuwe vorm voor zijn bedrijf. “Ik ben ergens meer een mensen-mens. Alleen maar tussen de varkens werken is niets voor mij. Dus ik zocht iets waarbij ik meer met mensen te maken heb. Daarom kwamen we op het idee zelf het vlees te gaan verkopen en ook meer met recreatie te gaan doen, waar we toen al een begin mee hadden gemaakt. Maar toen dachten we: dan moeten onze varkens wel zichtbaar zijn, ze moeten de wei in. Zo zijn we met de weidevarkens begonnen.”

“Zo biedt deze manier van varkens houden ook wat voor de natuur”


Met regelgeving in de knel
Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Dierziekten hadden ervoor gezorgd dat de regels rond transport van dieren flink aangescherpt waren. “Verplaatsen van varkens mocht alleen nog maar als de veewagen terplekke gereinigd en ontsmet werd, maar dat lukt niet in een weiland. Verder pasten dit soort verplaatsingen niet in het registratiesysteem van de overheid. Op allerlei vlakken kwam Bruurs in de knel met regelgeving die niet op zijn bedrijfsactiviteiten aansloot. “Alle regelgeving rondom dieren in de wei is gemaakt voor koeien of schapen, de wet kent het fenomeen varkens in de wei niet.” Bruurs kreeg hulp van de Stuurgroep Landbouw Innovatie Noord-Brabant (LIB), die onder andere zorgden voor contacten met het Ministerie van LNV. Dat ministerie worstelde zelf ook met het toenemende aantal varkenshouders in Nederland die hobbymatig of professioneel varkens buiten gingen houden. Dat leidde tot een “Green Deal”, waarin Den Elshorst de ruimte kreeg om verder te experimenteren, de varkenssector mee te krijgen in betere regulering en de buitenvarkenshouders te verenigen.
Green Deal Weidevarkens
“Hier was zeven jaar geleden de ondertekening van de Green Deal Weidevarkens”, zegt Bruurs wanneer we later naar het stuk land rijden waar ook de recreatiewoning van Den Elshorst staat. “Die ondertekening was met de gedeputeerde van de provincie Noord-Brabant en de staatssecretaris erbij. Ik was echt in de zevende hemel toen.” Niet de aanwezigheid van de hoogwaardigheidsbekleders bracht hem in de zevende hemel, maar de opluchting na jarenlang zwoegen en worstelen met zijn innovatieve manier van varkenshouden. “Eindelijk was het legaal wat we aan het doen waren”, zegt hij daarover.

“Alle regelgeving rondom dieren in de wei is gemaakt voor koeien of schapen, de wet kent het fenomeen varkens in de wei niet”

Eindelijk door
De betrokken partijen wilden verkennen of en onder welke voorwaarden een verantwoorde natuurinclusieve varkenshouderij in Nederland mogelijk is en onderzoeken of dit bedrijfsmodel rendabel en opschaalbaar is. Dat lukte en de regelgeving werd aangepast. Zo kan iedereen in Nederland nu onder bepaalde voorwaarden op andere plekken varkens laten scharrelen en weer terug op stal zetten. Een van de voorwaarden is bijvoorbeeld dat de weilanden gekoppeld moeten zijn aan het bedrijf, en dat er een bedrijfseigen kar wordt gebruikt. Er zijn ook regels gesteld met betrekking tot dierziekten die van wilde dieren kunnen komen, zoals verplichte dubbele rasters om de wei. De Green Deal leverde veel op voor alle buitenvarkenshouders in Nederland en uiteraard ook voor Den Elshorst zelf. “We konden eindelijk door!”, aldus Bruurs. Dat heeft echter wel veel tijd en geld gekost. “Vergoeding was geen onderdeel van de Green Deal helaas. Inmiddels hebben we gebruik kunnen maken van subsidie uit het Plattelands Ontwikkelingsprogramma, die we zelf geregeld hebben met hulp van LIB, wat wel een tegemoetkoming oplevert voor alle inspanningen.”
“Na jarenlang zwoegen en worstelen met mijn innovatieve manier van varkenshouden was het eindelijk legaal wat we aan het doen waren.”
Toegevoegde waarde
Den Elshorst weet niet alleen met minder varkens een toegevoegde waarde te creëren als het om vleesproductie gaat (de varkens worden voor een goede prijs aan onder andere vers-slagers verkocht), de weidevarkens zorgen ook voor een interessant decor voor recreatieve activiteiten, zoals huifkartochten en verhuur van een groepsaccommodatie en recreatiewoning. Thea runt deze recreatieve tak. Ben stort zich momenteel op weer een nieuwe onderdeel: het bieden van participatiebanen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en de zogenoemde ontwikkelgerichte arbeidsmatige dagbesteding. “Dat begint een serieus onderdeel van het bedrijf te worden”, zegt Bruurs. “Het varkensbedrijf wordt nu grotendeels gerund door mensen met een participatiebaan”, aldus Bruurs. “Het is mooi dat we op deze manier goed vlees kunnen produceren, andere mensen kunnen laten meegenieten en ook nog mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen helpen.” Mensen-mens Bruurs is tevreden.
Ambitie provincie:
Landschaps- en natuurinclusieve landbouw in 2030 als nieuwe norm
De provincie streeft naar 500 natuurinclusieve boeren en 15% biologische landbouwgrond in 2030. Samen met partners wil de provincie ervoor zorgen dat steeds meer agrarisch ondernemers produceren in harmonie met natuur, landschap en dichtbij de consument. En dat zij gewaardeerd en beloond worden voor hun diensten om de natuur te versterken. Den Elshorst is hiervan een mooi voorbeeld. Zo levert de Brabantse landbouw een bijdrage aan de biodiversiteit en de kwaliteit van water en bodem, en kan natuur- en landschapsinclusief boeren de nieuwe norm worden.
