BRABANTS
KLOOSTER
LEVEN
Lange lijnen levend houden
Architect Floris Alkemade was drie dagen en nachten te gast bij de trappisten van Koningshoeven in het kader van het kloosterjaar in Brabant. De voormalig Rijksbouwmeester en abt Dom Bernardus gaan opnieuw in gesprek over de taal van gebouwen, stilte, verduurzaming en anders samenleven.
Floris Alkemade: “De kloosterresidentie was voor mij een uitgelezen mogelijkheid tot reflectie. Ik was toen nog Rijksbouwmeester, met een agenda die van onder tot boven dichtgemetseld was. Het idee om ruimte te krijgen die niet zoals altijd volgestapeld was met presentaties, gesprekken en overleggen leek me een ongekende luxe. Ik had al eerder kennisgemaakt met het kloosterleven. In mijn jeugd ben ik op kostschool geweest bij de paters Salvatorianen in het Belgische Hamont. Ik was nieuwsgierig om opnieuw in een klooster te verblijven: Wat tref ik nu aan? Voel ik ontsnappingsdrang of juist rust als de deur achter me dichtvalt? Het was het laatste. De retraite is boeiend geweest. In contact met een heel andere vorm van leven en wonen, onderdeel zijn van een traditie die in Nederland al lang lijkt te zijn uitgedoofd, maar die hier nog levend wordt gehouden.”
Abt Dom Bernardus: “Ik vond het best spannend, het is toch de Rijksbouwmeester die komt. Kan ik hem laten zien hoe zo’n gebouw leeft en spreekt? Lukt het om de taal van het gebouw over te laten komen? In dit geval lukte dat.”
Floris Alkemade: “Het was fascinerend. Ik was de enige gast en had een eigen vleugel tot mijn beschikking. Het heeft iets onweerstaanbaar magisch om midden in de nacht in de kapel te luisteren naar gezangen en te kijken naar de monniken. De abt en ik hebben natuurlijk ook het klooster bekeken. Het is een enorm complex, destijds gebouwd voor heel veel monniken en nu wordt het gerund door een kleine groep.”
Abt Bernadus: “In de hoogtijdagen woonden hier 153 monniken. Nu zijn dat er negentien. Maar het is nog steeds een groot bedrijf, ook met de werknemers van de sociale werkplaats. Het leven, de activiteit en de productie is in een ander vat gegoten, maar wel in dezelfde context en misschien nog steeds met dezelfde ambitie.”
‘Wat een klooster ook mooi toont is dat de monumentale waarde ervan niet alleen het gebouw betreft, maar ook de leefwijze. Dat is een andere vorm van duurzaamheid’
Floris Alkemade: “Binnen die oude gebouwen is een deel van het gebruik onveranderd gebleven en toch is er ook zoveel wel veranderd. Het fascineert me hoe flexibel zo’n leven is en welke waarden daarin desondanks overeind blijven. Dat boeit me, net als uw positie, geen eenvoudige. Als abt vervul je een sterke rol in het religieuze proces en tegelijkertijd moet je een bedrijf runnen. Het zijn twee werelden die je bij elkaar moet houden.”
Abt Bernardus: “Dat heb ik juist altijd gezocht. Ik geloof niet in een religieus leven zonder dat ik met beide voeten op de grond sta. Ik wil bidden én werken. Het is een typische valkuil om bidden en werken tegenover elkaar te zetten en niet te verbinden.”
Floris Alkemade: “Jullie leefregel zegt: Als de klok voor gebed luidt, laat je alles uit je handen vallen en vertrek je richting kapel. Als ik dat zes keer per dag voor elkaar zou krijgen, zou dat winst zijn.”
Abt Bernardus: “We hebben het geluk van de structuur. Die klok gaat gewoon. Door dat ritme kun je de twee werelden combineren. Het is niet tegengesteld en zo voorkom je dat het ene het andere verdringt.”
Floris Alkemade: “We spraken ook over duurzaamheid. Natuurlijk moet je minder energie verspillen en het is een relevante vraag hoe. Maar hoe kun je dat doen zonder de architectonische en esthetische schoonheid van monumentale gebouwen aan te tasten? In dat kader vond ik de opmerking van een van de monniken hier relevant: ‘Pas toen we verwarming kregen, kregen we het koud’. Wat wij comfort noemen heeft veel met verwachtingen en gewoontes te maken, het hoeft niet continu en hoeft niet overal. Ik woon zelf in een monumentaal oud huis. In de winter verwarmen we maar een paar kamers en moet je door een koude gang naar de wc. Wij vinden dat geen enkel probleem, maar soms vragen gasten ons hoe we zo kunnen leven. Verduurzaming kan ook een andere instelling betekenen, wat discomfort ervaren. Dat zijn mooie lessen van dit soort gebouwen. We moeten de hele piano bespelen om onze muziek te maken. Er zijn meer toetsen die je kunt bespelen.”
Abt Bernardus: “Met het thema duurzaamheid staan we op en gaan we naar bed. Het is een kwestie van de portemonnee en van overleven. Hoe overleef je in zo’n gigantisch gebouw op een manier die verantwoord is? Door telkens andere mensen over de vloer te hebben, leer je met andere ogen te kijken naar het leven en in dit geval naar het gebouw.”
Floris Alkemade: “Wat een klooster ook mooi toont is dat de monumentale waarde ervan niet alleen het gebouw betreft, maar ook de leefwijze. Dat is een andere vorm van duurzaamheid, de continuïteit van de leefwijze. Als je er niet zelf woont en leeft spreek je de taal van het gebouw ook niet.”
Abt Bernardus: “Hier is dat de taal van verbinding. Verbinding naar de bewoner, gebruikers en de omgeving en voor mij uiteindelijk met hierboven.”
Floris Alkemade: “Ik stelde de vraag waarom monniken in de kapel tegenover elkaar zitten. De leegte tussen hen bleek de ruimte te zijn die aan God is toegewijd. De architectuur is een afspiegeling van die overtuiging, alles is een carré gebouwd. Het lege midden symboliseert de aanwezigheid van God. Het gebouw staat er al generaties lang en in de architectuur en met het gebruik krijgt ook het gedachtengoed eeuwigheidswaarde. Meerdere generaties zijn tegelijkertijd aan het woord.”
Abt Bernardus: “Al generaties lang wordt aan iedereen die wil intreden de vraag gesteld: Wat verlang je? Het voorgeschreven antwoord is: De barmhartigheid van God en de broeders. Ons leven is geritualiseerd van de ochtend tot de avond. Dat kan stoffig worden, maar je kunt er ook vrijheid in vinden om te kunnen bewegen, zodat je eigen antwoord kan groeien.”
Floris Alkemade: “We hebben nog een lijntje lopen samen. Ik zit in een commissie over droogte in Brabant. De commissie wil hierheen komen om te kijken hoe de bierbrouwerij de waterhuishouding circulair wil maken. In de droogteperiode zijn we erachter gekomen dat het echt wel uitmaakt hoe we ermee omgaan. Langzaam groeit ook in Brabant het besef hoe kostbaar water is.”
Abt Bernardus: “Het water wordt hier gezuiverd via wortels en planten. Een deel van het water geven we terug aan de natuur. Een ander deel hergebruiken we voor de schoonmaak. We willen het zover zuiveren dat het drinkwater wordt, maar dat is een stip op de horizon. We kijken natuurlijk naar bedrijfseconomische aspecten, maar het vooral nog om idealisme en vanuit dat idealisme spelen we een voortrekkersrol.”
Floris Alkemade: “Dat is ook mooi aan het klooster. Vanuit het achterliggende idealisme lopen er niet alleen sporen naar het verleden, maar op een aantal punten lopen ze voor op de rest van ons.”
Abt Bernardus: “De Trappisten hebben in de landbouw en veeteelt altijd een voortrekkersrol gehad. Laat ik onze groene monnik citeren: Hoe kan ik zeven keer per dag in de kerk staan bidden tot God en ondertussen de schepping naar de filistijnen helpen.”
Floris Alkemade: “Samenleven gaat over samen verantwoordelijkheid nemen. We kunnen leren van de middeleeuwse manier van samenleven die je ook rondom dit soort abdijen zag. In krimpgebieden in Nederland verdwijnen winkels, het voetbalteam, de school, het verzorgingshuis. Op verschillende plekken gaan mensen het nu maar weer zelf organiseren en houden ze met elkaar de supermarkt open. Mensen zijn veel socialer dan vaak wordt aangenomen, dat vermogen moeten we leren aan te spreken. Het kloosterkleven is van oudsher een mooi model van samenleven. Dat vanuit een kleine gemeenschap verantwoordelijkheid voor elkaar nemen, hebben we uit de huidige samenleving gehaald. We wonen hier, we plaatsen daar bedrijven en de mensen die wat onaangepast zijn worden weggestopt. Het is zoveel logischer alles bij elkaar te zetten en elkaar te laten beïnvloeden. In lijn met het kloosterleven moeten we ons er veel bewuster van worden welke waarden we in onze maatschappij levend willen houden, zodat we die wanneer nodig weer kunnen activeren en opnieuw een betekenis kunnen geven.”
Uit het jaar van het Brabantse Kloosterleven
Mooie of belangrijke gebeurtenissen uit het afgelopen kloosterjaar
13 JUNI 2021 Gods Wegen Boekpresentatie in Sint Catharinadal van ‘Gods Wegen’ geschreven door Marijke Schermer en in oplage van 15.000 stuks verkrijgbaar via boekhandels heel Nederland.
15 JUNI 2021 Inbrabant over kloosters Tijdschrift Inbrabant komt met een editie over Brabants kloosterleven.
18 juni 2021 Kloosterlunch Sereniteit Picknick in de kloostertuin Emmausklooster Velp met rondwandeling en toelichting.
18 JUNI 2021 Capella Pratensis Eerste concert in een reeks van Capella Pratensis. Als onderdeel van het Jaar van het Brabants Kloosterleven maakt het professionele vocale ensemble een ‘roadtrip’ langs Brabantse kloosters.
JUNI & JULI 2021 Sanders wandeling Het KRO NCRV programma Sanders Wandeling loopt een deel van Ons Kloosterpad.
8 JULI 2021 Herdruk Bindboek De tweede druk (3000 exemplaren) van Ons Bindboek ligt in de winkel.