TIEN GELEERDE LESSEN


Met het Brabant Outcomes Fund experimenteerden we als eerste provincie in Nederland met resultaatfinanciering voor ondernemers, die hun maatschappelijke impact willen opschalen. Van een experiment moet je leren en daarom delen we hieronder de tien belangrijkste lessen. De eerste vijf lessen gaan over samenwerking. De andere lessen zijn belangrijk voor een mogelijk vervolg. Of het nu binnen Brabant is, of daarbuiten.


Les 1:
In zes maanden vier contracten sluiten is mogelijk, maar zorg voor een gezamenlijk startpunt
.

Wat ging goed?

Het Brabant Outcomes Fund ontstond vanuit de overtuiging dat er uitbreiding van ecosysteem en instrumentarium nodig is om de knelpunten voor ondernemers met een positieve impact op de maatschappij op te lossen. We werkten samen met een groot team van adviseurs, ondernemers, investeerders, politici en ambtenaren aan hetzelfde doel. Zo werden we het eerste Nederlandse outcomes fund en was Brabant de eerste provincie die resultaatfinanciering toepast.


Wat kon beter?

In het beginstadium hadden we meer tijd moeten nemen om het startpunt te definiëren. Aan welk doel werken alle partners – ondernemers, investeerders, ambtenaren en adviseurs – samen? Dan hadden de neuzen vanaf moment één dezelfde kant op gestaan.



Les 2:
Inzicht in, en begrip over meervoudige waarde moet bij alle partijen nog groeien. Zorg dus voor een gedeeld be
grip.

Wat ging goed?
We hadden ruimte om nieuwe oplossingen te vinden. Vernieuwend in de vorming van de contracten was het experimenteren met het financieel bepalen van meervoudige waarde. Wat is het krijgen van een opleiding bijvoorbeeld waard? Wat vindt de doelgroep het waard? In twee contracten is het gelukt om deze waarde ook mee te nemen.


Wat kon beter?
In de samenwerking bleek verschil van begrip en definiëring over kernconcepten, bijvoorbeeld over wat je verstaat onder meervoudige waarde. We hadden tijd en onduidelijkheid kunnen besparen als we in de voorbereiding meer tijd hadden genomen voor het uitwisselen van visies en aannames.




Les 3:
Publiek-private samenwerking is belangrijk maar kost tijd: wees duidelijk over belangen en verwachtin
gen.

Wat ging goed?
In de eerste ronde van het Brabant Outcomes Fund werkten we samen aan de businessplannen en resultaatcontracten. In een team van een ondernemer, een investeerder, adviseurs en een vertegenwoordiger van de provincie. Hierdoor voelden de ondernemers zich gesteund. Er ontstond wederzijds begrip en problemen werden samen opgelost. Dit is extra belangrijk als je iets nieuws doet en alles sowieso anders gaat dan ‘normaal’.


Wat kon beter?
Tegelijkertijd is een les voor de volgende keer om in een vroeg stadium op de hoogte te zijn van elkaars verwachtingen en belangen en dus expliciet aandacht te besteden aan verschillen én gedeelde belangen. Die kennis komt later van pas als er aanpassingen nodig zijn en er keuzes moeten worden gemaakt.


Les 4:
Faciliteer directe communicatie.
Schrik niet van wrijving, dat geeft glan
s.

Wat ging goed?
Partijen die niet eerder hadden samengewerkt werden partners en creëerden samen iets nieuws. Best spannend want in een resultaatcontract zijn de relaties niet gelijkwaardig: de ondernemer blijft immers afhankelijk van de outcome payer en investeerder. Verschillen hebben soms tot wrijving geleid, maar ook dat heeft het project wel echt verder gebracht. Nieuwe relaties leidden tot belangrijke nieuwe inzichten.

Wat kon beter?
Tijdens ronde 1 van het Brabant Outcomes Fund hadden we te maken met de bestaande belangen en structuren, vanuit de provincie, adviseurs, investeerders en ondernemers. Als je binnen deze bestaande structuur wilt oefenen met nieuwe rollen, dan is het belangrijk dat mensen zich kwetsbaar kunnen opstellen. Openheid en directe communicatie is daarvoor essentieel. Deze directe communicatie moet je actief en bewust stimuleren en faciliteren. Tijdens het proces ontstond er soms wrijving omdat het onduidelijk was waarom een partner bepaalde keuzes maakte en in hoeverre andere partners het hier mee eens waren. Dit zette onbedoeld de relatie tussen de partners onder druk.

Les 5:
Zorg voor tijd, capaciteit en kwaliteit. Maak gezamenlijk afspraken over de projectorganisatie.

Wat ging goed?
Het Brabant Outcomes Fund werd geïnitieerd vanuit de provincie. De provincie heeft een projectleider aangesteld, een projectteam ingericht en opdrachten verstrekt voor het leveren van expertise en procesbegeleiding in de interactie tussen investeerders, ondernemers en provincie.


Wat kon beter?
Gaandeweg het proces werd het gemis van een gezamenlijk startpunt gevoeld (zie les 1). In het verlengde hiervan werd ook een gezamenlijke projectsturing en onafhankelijke en passende procesbegeleiding gemist, om de verschillende werelden bij elkaar te brengen.










Les 6:
Experimenteren = leren en dat kost tijd. Geef het dus aandacht en faciliteer het goed.

Wat ging goed?

Vanaf het begin is ruimte gecreëerd om te leren. Bijvoorbeeld door een externe partij een opdracht te geven tot het uitvoeren van action learning-activiteiten; door reflectie op te nemen in de agenda van bijeenkomsten; door onderscheid te maken tussen leren op individueel niveau en op organisatieniveau en door leren expliciet te benadrukken en op te nemen in de veranderstrategie.


Wat kon beter?

Toch bleek dat partners verschillende verwachtingen hadden over wat experimenteren voor hen inhield en hoeveel ruimte ze hiervoor moesten reserveren in dit proces. Het is belangrijk om verwachtingen vooraf in het proces te delen en hier ook afspraken over te maken. Omdat het proces daarnaast al zeer intensief was, stond de tijd voor tussentijdse reflectie en een helikopterview onder druk. Bovendien had er meer gebruik gemaakt kunnen worden van tools en methodieken die helpen bij individueel reflecteren en samen leren.

Les 7:
Een duidelijk stappenplan met heldere deadlines werkt fijn.


Wat ging goed?

Tijdens de eerste ronde van het Brabant Outcomes Fund zijn in recordtijd vier contracten gevormd, mede door een strak georganiseerd programma. Diverse onderdelen waren vooraf duidelijk uitgewerkt en vastgelegd in een programmaboekje. Daardoor wisten alle teams precies welke deadlines er waren en wat er voor iedere deadline moest gebeuren.


Wat kon beter?

Hoewel de planning en deadlines vooraf helder waren, hadden deze meer in gezamenlijkheid vastgesteld kunnen worden om de haalbaarheid ervan bij alle partijen te verifiëren en deze te toetsen aan (interne) besluitvormingsprocessen. Daarnaast is de les om altijd ruimte voor maatwerk en onverwachte gebeurtenissen in te passen in de planning.





Les 8:
Maak geen kopie van deze eerste ronde – elke context vraagt om een specifieke aanpak, bijvoorbeeld hoe je ondernemers werft en selecteert.

Wat ging er goed?

In ronde 1 maakten we keuzes die pasten bij de specifieke context. Bijvoorbeeld keuze voor een open uitvraag onder ondernemers en een intensief selectieproces om geschikte ondernemers te selecteren. De open uitvraag en het selectieproces hebben veel opgeleverd: het selectieproces was transparant en door het open karakter van de uitvraag hebben veel nieuwe ondernemers het Brabant Outcomes Fund (en daarmee de provincie Noord-Brabant) leren kennen. Ook ondernemers die niet werden geselecteerd ontvingen wel ondersteuning, werden opgenomen in het netwerk Stérk.Brabant en versterkten zo ook het Brabantse ecosysteem.


Waar op letten?

Bij een volgende ronde is het belangrijk weer opnieuw na te denken. Wat past het beste in de context? Voldoet een open uitvraag aan het doel of is er een andere manier die beter aansluit? Het stellen van duidelijke selectiecriteria en het vooraf bepalen van wat je precies zoekt is daarbij cruciaal.


Les 9:
Bied maatwerk voor de ondernemer – iedere ondernemer is immers anders.

Wat ging goed?

Het programma was uitvoerig voorbereid en opgezet om enerzijds van de ervaringen en ondernemers te leren en anderzijds om ondernemers te ondersteunen in het proces naar de resultaatcontracten toe.


Wat kon beter?

Een les voor de volgende keer is om in het proces meer te kijken naar wat de individuele ondernemer nodig heeft. Het programma sloot niet altijd aan bij specifieke kennis en expertise van ondernemers. Ook waren taken en verantwoordelijkheden niet altijd neergelegd bij de mensen of organisaties met de meeste expertise. Omdat de ondernemers bij verschillende taken betrokken waren, was het proces voor hen extra belastend.








Les 10:
Denk vooral mee met structurele oplossingen voor de ondernemer.

Wat ging goed?
Het Brabant Outcomes Fund ontstond vanuit de ambitie om oplossingen te ontwikkelen voor de uitdagingen waar ondernemers op stuiten wanneer ze hun maatschappelijke impact willen opschalen. Er is geëxperimenteerd en dat heeft een nieuw soort resultaatcontract opgeleverd. Voor het eerst was er de mogelijkheid om regionaal op te schalen.

Wat kon beter?
Ook een resultaatcontract is slechts een tijdelijke oplossing voor veel ondernemers. Zij zijn pas echt geholpen met een structurele oplossing voor hun financieringsvraagstuk. Daarbij hoort ook blijvende financiering. Zowel vanuit het Rijk, de provincie of de gemeente als de private financieringswereld. En wellicht zijn er nog andere outcome payers te bedenken. Binnen deze fase van ronde 1 was er onvoldoende tijd om toekomstige outcome payers aan te sluiten. Dit doen we in de executiefase.