Natuurinclusieve boeren willen vooruit, maar lopen tegen wetten aan

Een gezonde bodem is volgens biologische boeren Janine en Paul den Dunnen-Keller het startpunt van natuurinclusieve landbouw. In hun gemengde bedrijf houden zij koeien om de stalmest te gebruiken voor de gewassen. Minister Schouten juicht kringlooplandbouw toe, maar de wetgeving is nog niet zover. Janine en Paul mogen eigenlijk geen koeien houden op een akkerbouwbedrijf. Dus strijden zij voor betere wetgeving, zodat meer boeren aan de slag kunnen met natuurinclusieve landbouw.

Het begint bij de bodem

Janine en Paul zijn de zevende generatie boeren op hun land in Lage Zwaluwe. Ze hebben in 2018 de boerderij van de ouders van Janine overgenomen en omgevormd naar een gemengd biologisch bedrijf. De jonge boeren zijn van een gewasrotatie van 1:5 naar 1:7 gegaan en zorgen daarmee voor een vitale bodem, grotere biodiversiteit en sterke gewassen. “Als je bodem vitaal is, dan kan je er eigenlijk wel vanuit gaan dat je plant ook vitaal is”, aldus Janine. “Er gebeurt zoveel meer in die bodem dan wij beseffen”.

De boerderij van Janine en Paul is omgeven door struweel en bloemenranden. Die zijn in de winter minder groen, maar toch zie je ook in dat jaargetijde de effecten van natuurinclusief boeren. Naast hun huis wemelt het van de zangvogeltjes. “Puttertjes”, zegt Janine lachend. “Prachtig om te zien dat ze nu genieten van de zaden uit de bloemenrand van vorig jaar.”. Het draait bij natuurinclusieve landbouw volgens deze boeren om meer dan bloemenranden. Janine: “De kringloop begint bij een vitale bodem, en daar hoort bij ons vaste stalmest van de koeien bij”.

“De koeien houden we voor de gewassen”, aldus Paul. De stalmest wordt gecomposteerd en op het land uitgereden. “We verbouwen het voer voor de koeien op eigen bodem”, vult Janine aan. “Gras en klaver hebben een eigen bacterie- en schimmelsamenstelling, dat door het maagdarmkanaal van de koe gaat. In de poep van de koe zitten dezelfde bacteriën en schimmels die de bodem dan weer herkent als we de mest gebruiken.” En hoewel Janine en Paul heel tevreden zijn met deze manier van werken, botst het volgens hen regelmatig met de wet.

Wetgeving voor grondgebonden landbouw

Maak wetgeving voor grondgebonden landbouw, zou Paul tegen minister Schouten willen zeggen. “De minister wil kringlooplandbouw en wij ook, maar ervaren belemmeringen. Gelukkig zijn we met de provincie en de gemeente Drimmelen in goed gesprek en lijkt de milieuvergunning die we nodig hebben voor het houden van koeien op ons biologisch akkerbouwbedrijf een stap dichterbij.

“Iedereen vindt het mooi als de dieren op stro staan, maar de regels zeggen iets heel anders”. Er zijn veel regels en wetten voor gangbare boeren die hun dieren altijd binnenhouden, maar die regels kunnen niet worden toegepast bij natuurinclusieve landbouw. Paul: “De provincie Noord-Brabant is wel bezig om meer ruimte te maken voor natuurinclusief, maar de boeren die vooruit willen, lopen nu nog tegen de wetten aan.” Janine: “De regelgeving is gebouwd op het na-oorlogse plankgasboeren, maar het voor-oorlogse wat wij eigenlijk doen, dat is men min of meer vergeten. Het zou goed zijn als de overheid zich minder richt op het aanpakken van deelproblemen, zoals de uitstoot van ammoniak, de uitspoeling van nitraat of dierenwelzijn, maar deze zaken in samenhang met elkaar beoordeelt.”

Problemen bespreekbaar maken met netwerk Goed Boeren

Maar de strikte wetgeving schrikt Janine en Paul niet af, integendeel. Janine: “Wij proberen de problemen die wij tegenkomen juist bespreekbaar te maken. Het Netwerk Goed Boeren van de Brabantse Milieufederatie helpt ons daarbij. Dit netwerk houdt de provinciale stukken bij, weet waar deze boeren tegen aanlopen en communiceert met de provincie. Op die manier kunnen we samen met de andere boeren heel goed aan statenleden en gedeputeerden aangeven waar de knelpunten liggen”. Paul: “Wij zouden uiteindelijk moeten uitkomen op twee soorten wetgeving: voor gangbaar en voor biologisch.”

In afwachting van de felbegeerde milieuvergunning en betere wetgeving voor natuurinclusieve boeren, genieten Janine en Paul in de tussentijd van de zeldzame blauwe kiekendief die op hun erf woont, van de patrijzen, de fazanten en de drie soorten uilen. “De dieren vinden hier blijkbaar een ecosysteem dat ze bevalt”, zegt Janine trots. “Er komen ook veel vogelaars op af. Vorige zomer telden zij wel 60 jongen van de boerenzwaluw. Je kunt dit natuurinclusieve landbouw noemen, kringlooplandbouw of circulaire landbouw, maar voor ons is het niet meer dan logisch dat we biologisch boeren”.