Waterschap Brabantse Delta ziet koppelkansen bij klimaatadaptatie
‘Er is geen klimaatdialoogformule die overal werkt'
Goed en toekomstgericht waterbeheer is een van de basisvoorwaarden voor een klimaatadaptief beleid. “Een waterschap kan bijdragen aan de ruimtelijke, economische en sociale dynamiek in een gebied. En dan is waterbeheer net zo belangrijk als zorgen dat de A58 doorstroomt en dat er voldoende hooggeschoolde arbeidskrachten zijn om het werk te doen.” Dat zegt Patrick de Rooij van waterschap Brabantse Delta. Samen met collega Mirella Zuidgeest neemt hij deel aan de klimaatdialogen.
door Josephine Bos
Waterschap Brabantse Delta is op verschillende niveaus betrokken bij de klimaatdialogen. Vaak opereert het waterschap samen met de gemeente bij de bijeenkomsten. “Er zijn lokale dialogen, die vanuit gemeenten wordt geïnitieerd en waar het waterschap altijd bij aanwezig is. En er zijn regionale dialogen, waarbij wij een van de organisatoren zijn. In een enkel gebied, De Baronie, is het waterschap zelfs de voortrekker”, aldus Mirella Zuidgeest. De community manager klimaattransitie vertelt dat de deelnemers van de dialogen op verschillende bewustzijnsniveaus zitten. Dit kan aan de sector liggen, maar ook aan de urgentie die ze zelf voelen. Ze gelooft wel dat steeds meer mensen zich bewust zijn van klimaatverandering en de benodigde actie.

Patrick de Rooij, senior beleidsmedewerker
Bewustzijn
Patrick de Rooij, senior beleidsmedewerker bij Brabantse Delta, vult aan dat het bewustzijn ook binnen het waterschap en de gemeenten is doorgedrongen. Volgens hem is goed en toekomstgericht waterbeheer een van de basisvoorwaarden is voor een klimaatadaptief beleid. “Als je vanuit die hoedanigheid gaat opereren en praten, voer je een heel ander gesprek”, constateert hij. “En dat zie je nu ook richting de gemeenten. Als je het alleen over water hebt, bereik je andere dingen dan wanneer je het tegelijkertijd ook over de sociale en ruimtelijk economische kant van het verhaal hebt.”
‘Mensen associëren een waterschap nog steeds met een puur uitvoeringsgerichte organisatie’
Uitdagingen
Er zijn verschillende uitdagingen op de verschillende niveaus waarop de dialogen worden gevoerd. “Een rode draad is dat mensen een waterschap nog steeds associëren met een puur uitvoeringsgerichte organisatie”, aldus De Rooij. “Een organisatie, die heel goed weet hoe je een schop in de grond moet zetten, maar die verder een beetje losstaat van de grotere wereld om haar heen. Het is nu aan ons om zichtbaar te maken dat we een klimaatpartner zijn. Ons waterschap is nog steeds verantwoordelijk voor schoon en voldoende water en veilige dijken. Dat doen we wel toekomstgericht, waar mogelijk duurzaam en zo veel mogelijk samen met anderen. We kijken ook steeds meer waar we anderen kunnen ondersteunen bij de gemeenschappelijke klimaatopgave die er ligt en pakken de rol van versterkende overheid.”
Zuidgeest vult aan wat zij nog meer als uitdaging ziet. “Wordt er wel prioriteit aan het thema klimaatadaptatie gegeven? Op de korte termijn zijn er vaak andere prioriteiten, neem corona. Het is dan heel raar om iemand te bellen en te zeggen: ‘Zullen we het eens even over klimaatverandering hebben?’ Bij sommige partijen kan dat wel, bij andere niet. Maar het kan ook een economische afweging zijn. Dat ze denken: "We zijn al op allerlei manieren bezig met de energietransitie, moeten we nu ook nog over klimaatadaptatie gaan praten?”

Mirella Zuidgeest, community manager klimaattransitie
Versterkende overheid
Om deze uitdagingen te overwinnen, kiest waterschap Brabantse Delta voor de rol van versterkende overheid. Heel pragmatisch houdt dit bijvoorbeeld in dat waterschap Brabantse Delta betrokken is bij het organiseren en deelnemen aan klimaatdialogen. Belangrijk hierbij is volgens De Rooij samenwerking. “En samenwerking betekent ook dat je een beetje schikt naar de ander. Je kunt niet zeggen dat je wilt samenwerken als je je eigen doel nastreeft, via jouw planning en met jouw randvoorwaarden. En dat je dan ook nog een bijdrage in geld en middelen verwacht. Dan ben je samen heel snel uitgewerkt.”
‘Soms zijn we zelfs op wijkniveau bezig met gemeenten en inwoners’
De Rooij en Zuidgeest zijn ervan overtuigd dat er geen klimaatdialogenformule is die overal werkt. “In het ene gebied is het meer werk om de klimaatdialogen te laten slagen, dan in een ander gebied”, zegt De Rooij. “Maar in het ene gebied spelen bepaalde thema’s ook meer dan in een ander gebied. Daar zijn andere gevoeligheden en andere maatschappelijke opgaven. Allemaal zaken waar je rekening mee moet houden. Dat zie je terug in het feit dat we op heel veel plekken op veel verschillende manier met klimaatadaptatie bezig zijn. Van groot naar klein, van abstract naar heel pragmatisch. Soms zijn we zelfs op wijkniveau bezig met gemeenten en inwoners.”

Gesprek over droogte bij boomkwekerij Tenax
Verleidelijk
Het hele proces van de klimaatdialogen zorgt ervoor dat je meerdere dialogen voert om tot een prioritering te komen. Die prioritering leidt tot een uitvoeringsprogramma, waarin je strategieën benoemd. “Het is heel verleidelijk om op één punt te focussen en meteen te handelen”, zegt Zuidgeest. “Beter is het om te bekijken wat er tijdens de dialogen naar voren komt, want dan kun je dingen koppelen. En die dan in een programma zetten. Dat is de aanpak die het beste werkt: eerst alles bij elkaar brengen en dan bepalen waar je je geld, capaciteit en activiteiten op gaat inzetten. Zodat je ook meerdere vliegen in één klap kunt slaan.” De Rooij: “Ik hoor mensen vaak zeggen dat als je alles aan elkaar koppelt, het zo ingewikkeld wordt. Maar we koppelen geen zaken puur om het koppelen. Toen wij het bijvoorbeeld voor het eerst hadden over de koppeling tussen vrijkomende agrarische bebouwing en klimaatadaptatie, had niemand in de gaten waar die koppeling zat. Nu snappen meer mensen dat.”

Bijeenkomst vitaal buitengebied Klein Zundert
Kennen en luisteren
Volgens de Rooij zijn drie aspecten belangrijk bij de klimaatdialogen: kennen, luisteren en verwachtingen. “Met kennen bedoel ik dat je moet investeren in het begrijpen van datgene waar de ander mee bezig is. Ik kan in gemeenten wel een mooi verhaal houden als waterschap, maar als ik niet begrijp wat er in het dossier zit, dan is het een hoop flauwekul.” Het tweede belangrijke aspect is luisteren. De Rooij vertelt dat het waterschap in de gemeente Zundert niet naar de mensen toe is gegaan met het klimaatadaptatieverhaal, maar dat ze de inwoners zelf heeft laten praten. “Als je mensen bijvoorbeeld vraagt hoe ze de toekomst van hun bedrijf over vijf jaar zien, dan zie je ze, inclusief de voormannen, met hun ogen knipperen. En dan zeggen ze naderhand: ‘Dat was een hele goede vraag’. Ik had het ook kunnen voorkauwen en zeggen: ‘We moeten het eens over klimaatadaptatie hebben’. Maar soms is het goed om je mond te houden en te luisteren.”
‘Soms is het goed om je mond te houden en te luisteren’
Verwachtingen
Het derde aspect om in je achterhoofd te houden bij de klimaatdialogen is het feit dat elke partij verwachtingen heeft. “Wat je in Zundert ziet, is dat er verwachtingen zijn”, aldus De Rooij. “Mensen verwachten van ons als overheid dat we een plan hebben en een visie. En dat we met jou gaan praten, zodat jij onze visie kunt omarmen en we het zo kunnen gaan doen.” Op het moment dat De Rooij vertelt dat er geen plan is, wordt dat ontvangen met ongeloof en achterdocht. “Als je echt de dialoog wilt aangaan, moet je als overheid iets minder voorgekauwd naar buiten treden. Dat is heel spannend, want dat geeft ruimte voor onzekerheid. En daar zijn heel veel mensen bang voor. Tegelijkertijd zijn burgers en bedrijven het niet gewend dat de overheid niet met een voorgekauwd plan het gesprek aan gaat.”
This video has been disabled until you accept marketing cookies.Manage your preferences here or directly accept targeting cookies