Prognose - Analyse vraag-aanbod

Het harde planaanbod in Noord-Brabant is (in volume en kwaliteit) niet voldoende om te voorzien in de ruimtevraag van bedrijven

Als de geraamde ruimtevraag (per regio) wordt afgezet tegen het beschikbare harde planaanbod, wordt duidelijk dat dit aanbod niet voldoende is om te voorzien in deze verwachte vraag. In alle Brabantse regio’s is sprake van tekorten aan bedrijventerreinen, zowel in volume als in kwaliteit.

De totale ruimtevraag tot en met 2030 (uitbreiding en vervanging) bedraagt 973 tot 1321 hectare en is veel hoger dan de harde planvoorraad (625 hectare). In kwantitatieve zin kan geconcludeerd worden dat het harde planaanbod niet toereikend is om te voorzien in de geraamde ruimtevraag (zie figuur 6.9). Op basis van regionale afspraken kunnen gemeenten nog voor zo’n 284 hectare plannen ontwikkelen. Ook als al deze plannen (tijdig) tot ontwikkeling komen, is er meer vraag dan aanbod tot en met 2030, zelfs in het laag-scenario.

Figuur 6.9 Kwantitatieve vraag-aanbodverhouding Noord-Brabant in netto hectare (2022 t/m 2030)

Ook sluit de kwaliteit van het harde planaanbod niet aan op de vraag van bedrijven (zie figuur 6.10). Vooral voor grootschalige distributie en reguliere (MKB-)terreinen is er meer vraag dan aanbod. Het vraagstuk rondom grootschalige distributie is het grootst in Zuidoost- en Midden-Brabant.

Figuur 6.10 Vraag-aanbodverhouding per type werkmilieu in provincie Noord-Brabant, in netto hectare

Het beeld in de verschillende Brabantse regio’s is als volgt:

  • In Midden-Brabant is er behoefte aan 90 tot 159 hectare aan extra bedrijventerrein(en) tot en met 2030. Dit is dus in aanvulling op het reeds beschikbare harde planaanbod bij gemeenten. In een aantal gemeenten is geen tot zeer beperkt aanbod aanwezig, veelal ook versnipperd. Het tekort speelt vooral in het reguliere werkmilieu en voor grootschalige distributie.
  • In Noordoost-Brabant is er bovenop het beschikbare harde planaanbod een extra behoefte van 80 tot 128 hectare. In de regio Noordoost bestaan verschillen tussen de subregio's. In de subregio Meierij en de as A50 bestaan tekorten, terwijl subregio Land van Cuijk voldoende aanbod heeft. Een aantal gemeenten heeft geen aanbod meer. Het tekort aan aanbod speelt met name voor grootschalige logistiek.
  • In West-Brabant bedraagt de extra behoefte aan bedrijventerrein(en) 45 tot 142 hectare tot en met 2030. Lokaal knelt het op verschillende plaatsen, waarbij zich tekorten voordoen in de werkmilieus grootschalige distributie en in het reguliere werkmilieu.
  • In Zuidoost-Brabant is de extra behoefte aan bedrijventerrein tot en met 2030 het grootst, namelijk 133 tot 267 hectare. Het Stedelijk Gebied Eindhoven heeft de grootste knelpunten, maar ook in de andere subregio's zijn tekorten. Opvallend daarbij is dat in deze regio in alle vijf typen werkmilieus sprake is van een tekort aan geschikt aanbod. Dat tekort is het grootst voor grootschalige distributie en gemengd stedelijk milieu.

Belang prognoses voor de regio's en gemeenten

In onderstaande video legt Frank den Brok, wethouder Economie en Financiën van de gemeente Oss, uit waarom de nieuwe prognosecijfers belangrijk zijn voor Brabantse regio’s en gemeenten.

Deel op social media