Prognose - Werkgelegenheidsraming

Verwachte groei van werkgelegenheid is onderdeel van prognose ruimtevraag

De werkgelegenheid is een belangrijke factor in het bepalen van de toekomstige ruimtevraag op bedrijventerreinen. Voor de nieuwe prognose is gebruik gemaakt van een recent opgestelde werkgelegenheidsraming. Deze raming laat een hogere groeiverwachting zien dan de banenprognose uit 2015. De verwachting is dat de groei van de werkgelegenheid en de groei van de beroepsbevolking uit elkaar gaan lopen. Tot en met 2030 wordt er op de Brabantse bedrijventerreinen een groei van 25.000 tot 44.000 banen verwacht. Deze groei zal zich naar verwachting ook in de jaren daarna doorzetten.

Belangrijk uitgangspunt voor de prognose bedrijventerreinen is dat de ruimtevraag naar bedrijventerreinen afgeleid kan worden van de verwachtingen van de werkgelegenheidsontwikkeling.

Nieuwe prognose bedrijventerreinen maakt gebruik van werkgelegenheidsraming van het Economisch Instituut voor de Bouw

Deze werkgelegenheidsraming is recent (2022) opgesteld door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken & Klimaat (EZK). Het is een actualisatie en regionalisering van de bedrijfstakramingen die het EIB eerder opstelde (in 2019). Het EIB heeft een laag en een hoog scenario berekend. Deze ramingen geven de te verwachten ontwikkelingen weer van het arbeidsvolume en de toegevoegde waarde voor 18 bedrijfstakken voor de periode 2019-2032. De toekomstige ontwikkeling van de beroepsbevolking is een belangrijke bepaler van de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid. Daarbij baseert het EIB zich op de bevolkingsprognose van het CBS.

De werkgelegenheidsraming van het EIB laat een hogere groeiverwachting zien dan de verschillende scenario's van de vorige prognose (Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving (WLO) 2015). De nieuwe raming is voor alle regio’s in het lage scenario hoger dan in de WLO-scenario’s. In het hoge scenario ligt het jaarlijkse groeicijfer voor de regio Noordoost iets lager dan WLO.

Figuur 6.3 Verwachte jaarlijkse groei totale werkgelegenheid per COROP, scenario laag en scenario hoog (bron: Stec Groep)

Dat de nieuwe werkgelegenheidsraming hoger uitvalt voor Noord-Brabant, was te verwachten. De totale werkgelegenheid groeide in Brabant in de periode 2018 – 2020 ook harder dan in het hoogste scenario van de vorige prognose werd verwacht. De WLO is inmiddels geactualiseerd (2020) en laat ook een hogere banengroei zien op provincieniveau.

Groei van werkgelegenheid en groei van beroepsbevolking gaan uit elkaar lopen

Als de nieuwe werkgelegenheidsraming van het EIB wordt vergeleken met de ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking (20 jaar tot AOW-leeftijd), dan is te zien dat tot en met 2025 de ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking op het hoge scenario van de werkgelegenheidsprognose zit (zie figuur 6.4). Daarna stokt de ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking en komt deze in 2030 uit tussen het lage en hoge scenario van de werkgelegenheidsprognose.

Figuur 6.4 Werkgelegenheidsprognose & prognose potentiële beroepsbevolking, geïndexeerd (2020=100)

In de afgelopen10 jaar groeide de potentiële beroepsbevolking met 4%, terwijl de werkgelegenheid met 6% groeide. Dit ligt in lijn met de cijfers uit het hoge scenario van de nieuwe werkgelegenheidsprognose (EIB). Banengroei kan dus gerealiseerd worden met beperkte of mindere groei van de potentiële beroepsbevolking. Die banengroei kan bijvoorbeeld ingevuld worden met arbeidsmigratie, toename van pendel, mensen die meer gaan werken of door aanspraak te maken op de arbeidsreserve (onbenut arbeidspotentieel). Echter, in vergelijking met de voorgaande tien jaar is er nu sprake van een krappe arbeidsmarkt en dus beperkte arbeidsreserve.

Aanhoudende groei werkgelegenheid op bedrijventerreinen verwacht

In hoofdstuk 2 van dit magazine is de samenstelling en feitelijke ontwikkeling van de werkgelegenheid op bedrijventerreinen in Noord-Brabant weergegeven. Aan de hand van de werkgelegenheidsraming (EIB) en het verwachte aandeel van deze banen op bedrijventerreinen tot en met 2030 (Stec Groep) is hieronder de toekomstige banengroei op Brabantse bedrijventerreinen in beeld gebracht. Tot en met 2030 wordt er op deze bedrijventerreinen een groei van 25.000 tot 44.000 banen verwacht. Deze groei zal zich naar verwachting ook in de jaren daarna doorzetten. Regionaal zijn er grote verschillen in de verwachte groei van het aantal banen op bedrijventerreinen. In Zuidoost-Brabant wordt een groei van tussen de 16.000 en 24.000 banen tot en met 2030 te verwacht (figuur 6.5). In het lage scenario groeit het aantal banen in West-Brabant vrijwel niet en in het hoge scenario neemt de werkgelegenheid op bedrijventerreinen hier met maximaal 4.000 banen toe. In Midden- en Noordoost-Brabant ligt de verwacht groei tussen de 4.000 en 8.000 banen per regio.

Figuur 6.5 Werkgelegenheidsraming op bedrijventerreinen per regio (bron: Stec groep, bewerking provincie Noord-Brabant)

De grootste banengroei is te verwachten in de sector hightech systems & materials (HTSM) (figuur 6.6). In deze sector komen er naar verwachting tot 2030 nog 15.000 tot bijna 20.000 banen op bedrijventerreinen bij. Ook in de logistiek en groothandel wordt nog een duidelijke groei van 10.000 tot 15.000 banen op bedrijventerreinen verwacht. In andere sectoren zoals de chemische industrie en de overige maak- en procesindustrie is weinig groei tot zelfs een afname van het aantal banen op bedrijventerreinen te verwachten.

Figuur 6.6 Werkgelegenheidsraming op bedrijventerreinen per sector in Noord-Brabant voor de periode 2022-2031 (bron: Stec groep, bewerking provincie Noord-Brabant)

Deel op social media