Nieuwe prognose bedrijventerreinen
Een nieuwe prognose van de ruimtevraag van bedrijventerreinen in Noord-Brabant 2022
Bedrijventerreinen zijn en blijven van cruciaal belang voor de Brabantse economie en daarmee voor het brede welzijn van honderdduizenden Brabanders. Op bedrijventerreinen wordt 45% van het Bruto Regionaal Product van Noord-Brabant gerealiseerd en bevindt zich 38% van de werkgelegenheid. Daarvoor wordt 3% van de Brabantse oppervlakte gebruikt.
Iedere bestuursperiode laat de provincie een prognose opstellen om een beeld te krijgen van de te verwachten ruimtevraag naar bedrijventerreinen. Niet alleen in volume, maar juist ook in variëteit. De praktijk van vandaag laat zien dat dat ook nodig is, want de prognoses uit 2018 zijn inmiddels verouderd. De laatste jaren ligt de gronduitgifte van bedrijfskavels hoger dan in het hoogste scenario van de prognose van 2018. Alle reden om een nieuwe prognose te laten uitvoeren.
Trends en ontwikkelingen
Ontwikkelingen en innovaties volgen elkaar in de hedendaags markt in hoog tempo op. Technologische vooruitgang en maatschappelijke opgaven zorgen ervoor dat bedrijven hun (productie)processen herstructureren en voor andere vormen van samenwerking kiezen. Drie prominente trends hebben naar verwachting de grootste invloed op (de vraag naar) Brabantse bedrijventerreinen: circulaire economie, energie & klimaat en digitalisering & robotisering.
Circulaire economie
Het landelijke doel is om in 2050 een 100% circulaire economie te hebben, terwijl als tussendoel voor 2030 50% is vastgelegd. Op dit moment zijn we daar nog ver van verwijderd. Al is het aantal initiatieven op bedrijventerreinen in een stroomversnelling gekomen. Landelijk is inmiddels 10% van de nieuwe vestigers of uitbreidingen op bedrijventerreinen te typeren als circulair. Vier jaar geleden was dat nog 4%. Dit levert nadrukkelijk extra ruimtevraag op. Ontwikkelingen vinden vooral plaats op grote industrieel-logistieke locaties. Grote kavels, bouwhoogte, multimodale ontsluiting en hoge milieucategorie zijn daarbij belangrijke assets. Daarbij is ook de trend van clustering zichtbaar om reststromen uit te wisselen. Ook op andere bedrijventerreinen vinden overigens uitbreidingen plaats.
De verwachting voor de toekomst is daarom dat extra ruimte nodig is. Daarbij gaat het om ruimte voor het verzamelen, tussentijds opslaan en hoogwaardig scheiden van secundaire materiaalstromen. Ook vergt het verlengen van ketens vestiging van nieuwe bedrijven op en rondom bestaande terreinen. Daarbij gaat het om bijvoorbeeld revisering van installaties, elektronica en accu's. De verwachting is dat de echt grote ruimtevraag pas tegen of na 2030 zal plaatsvinden. Voor die tijd gaat het vooral om experimenteren en vervolgens opschaling bij succes.
Verwacht wordt dat er in vergelijking met nu voor circulaire bedrijvigheid nadrukkelijk onderscheid in karakteristiek in en tussen terreinen zal ontstaan. Denk enerzijds aan terreinen voor verwerking en opslag en anderzijds vestigingsplekken in of aan de rand van de stad waar kennis, talent, innovatie en productie samenkomen.
Ruimte voor circulaire bedrijvigheid
In onderstaande video laat Thijs Rodenburg van Rodenburg Biopolymers zien hoe zij nieuwe grondstoffen maken van organische reststromen uit de aardappel-, groente-, en fruitindustrie. Ook legt hij uit waarom clustering van circulaire bedrijven belangrijk is voor het optimaal verwaarden van deze reststromen.
Energie en klimaat
De energietransitie, nodig om de klimaatdoelen van het Kabinet te halen, heeft een stevige impact op de industrie en andere bedrijven. CO2-reductie staat daarbij centraal. Daarnaast zal klimaatadaptatie gevolgen hebben voor bedrijven en bedrijventerreinen. De volgende effecten kunnen worden verwacht:
- Een stevige groei bij MKB-bedrijven die werk halen uit de energie- en klimaatdoelstellingen.
- De komst van nieuwe activiteiten op bedrijventerreinen, zoals waterstof- en/of batterijfabrieken én noodzakelijke ruimte voor de duurzame energie-infrastructuur, bijvoorbeeld voor de opslag van energie.
- De locatiefactor “energie en klimaat” is steeds belangrijker bij investeringsbeslissingen, waarbij “duurzaamheid” en een groen imago ook steeds belangrijker worden. Netschaarste en de beperkingen die daarvan het gevolg zijn kunnen een negatief effect hebben op de aantrekkingskracht van Noord-Brabant.
Digitalisering en robotisering
Robotisering en digitalisering nemen de laatste jaren fors toe in de grote bedrijventerreinsectoren industrie, bouw en logistiek. De krappe arbeidsmarkt geeft daarbij nog een extra boost. Hierdoor ontstaat nieuwe werkgelegenheid voor technische vakmensen en ICT-ers. Robotisering en digitalisering leiden tot groei en tot meer ruimtevraag op bedrijventerreinen.
Voor logistiek leiden de toenemende mogelijkheden voor robotisering tot meer schaalvergroting. Hoewel de ruimte door robotisering efficiënter kan worden gebruikt, vereist het ook een bepaalde minimum schaal. Per saldo leidt dat een tot grotere vraag naar ruimte per vestiging.
De verwachting is dat robotisering en digitalisering sterk zullen doorgroeien. Eén van de effecten daarvan is dat reshoring (het terughalen van de productie) voor bedrijven makkelijker wordt. Ook mondiale verhoudingen kunnen leiden tot een versnelling van reshoring.
Robotisering leidt vooral voor de komende jaren tot een toenemende schaalvergroting en vraag om extra ruimte. Voor de langere termijn wordt dat effect minder, omdat na robotisering bedrijven efficiënter met hun ruimte kunnen omgaan.
Door robotisering en digitalisering zullen bedrijven steeds meer veranderen in ICT-omgevingen. Dat stelt specifieke eisen aan de digitale infrastructuur, maar vraagt ook aantrekkelijke werkmilieus voor de specifieke kenniswerkers die nodig zijn. Omdat digitalisering en robotisering naar verwachting zullen leiden tot schonere en stillere bedrijfsvoering is ook eerder functiemenging mogelijk.
Impact op de ruimtevraag
In de prognose wordt de totale ruimtevraag van bedrijven in de toekomst bepaald. De raming van deze ruimtevraag gebeurt aan de hand van drie parameters: de ontwikkeling van de werkgelegenheid, het deel van deze werkgelegenheid dat op bedrijventerreinen terecht komt (locatievoorkeur) en het ruimtegebruik per werknemer (terreinquotiënt).
Er is een inschatting gemaakt van de impact die de drie beschreven maatschappelijke en economische trends hebben op deze drie parameters.
Werkgelegenheid: voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid is gebruik gemaakt van de werkgelegenheidsraming die recent (2022) is opgesteld door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken & Klimaat (EZK). In deze werkgelegenheidsraming is rekening gehouden met trends als ‘verduurzaming’ en ‘technologische ontwikkeling’ waarin de hierboven beschreven drie trends samenkomen. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de verwachte groei van de werkgelegenheid in Noord-Brabant.
Locatievoorkeur: de trends zorgen voor lichte verschuivingen in het deel van de banen dat in de toekomst op bedrijventerreinen terecht komt (zie figuur 6.1). Er wordt een lichte stijging verwacht van het aantal bedrijven dat zich op bedrijventerreinen zal vestigen vanuit de industriële sectoren, de logistiek (van bijvoorbeeld rest- en retourstromen) en bedrijven die zich richten op het oplossen van maatschappelijke opgaven op het gebied van energie en klimaat.
Figuur 6.1 Verwachting impact Next Economy trends op locatietypevoorkeur (aandeel banen op bedrijventerreinen) in periode t/m 2030 (bron: Stec Groep)

Terreinquotiënt: de trends hebben de meeste impact op het gemiddeld ruimtegebruik per werknemer (zie figuur 6.2). De digitalisering heeft vooral op korte en middellange termijn een toename van het ruimtegebruik tot gevolg: door te investeren in robots en machines kunnen bedrijven hun arbeidsproductiviteit en productie verhogen (met soms hetzelfde aantal mensen en met meer ruimte). Circulaire economie vraagt ook met name meer opslagruimte en ruimte voor scheiden en bewerken en vanuit (brand)veiligheid (denk aan gevaar voor broeibranden). De ruimtevraag neemt daardoor sterker toe dan de vraag naar arbeid.
Figuur 6.2 Verwachting impact Next Economy trends op terreinquotiënt (gemiddeld ruimtegebruik per werknemer) in periode t/m 2030 (bron: Stec Groep)
