Design thinking waarborgt menselijk aspect bij watertransitie
Om in de toekomst voldoende en schoon water te hebben en geen wateroverlast, worden momenteel alle zeilen bijgezet. De kiem voor één van de oplossingen, design thinking, werd echter al vier jaar geleden gelegd. “We moeten weer leren samenleven met water.”
Rivieren die na hoosbuien buiten hun oevers treden en in dorpen voor grote schade zorgen. Akkers die door bloedhete zomers gortdroog worden en oogsten doen mislukken. We hebben het de voorbije jaren allemaal voor de kiezen gekregen. Extreme weersomstandigheden bepalen steeds vaker onze leefwereld en vragen om maatregelen. Transitie is nodig. Om de uitdagingen rondom water te tackelen, zetten betrokken partijen sinds enkele jaren ook design thinking in. Dat leidt tot innovatieve, verrassende oplossingen.
Zoals in Oudenbosch. Design thinking is hier gebruikt bij de omvorming van een basketbalveld tot een klimaatadaptief waterplein. Wijkbewoners zagen dat plan van de gemeente in eerste instantie niet zitten. Ontwerper Hugo Schuitemaker nam hen vervolgens stapje voor stapje in het proces mee. Het ging daarbij niet om het ontwerp van het plein, maar om de weg ernaartoe en het herstel van vertrouwen tussen partijen. Nu ligt er een verdiepte ‘arena’ die een ontmoetingsplek is voor de buurt, terwijl kinderen erin kunnen spelen. Én die in het geval van extreme regenval tijdelijk kan dienen als waterberging.
Belangrijke rol voor ontwerper
Design thinking kan als methode worden ingezet bij het aanpakken van zeer complexe problemen. Maatschappelijke vraagstukken waarbij veel partijen betrokken zijn en niemand zomaar de oplossing kan afdwingen. “Het helpt je te begrijpen welke mechanismen hierbij spelen. Want het technische deel van de oplossing mag dan misschien wel kloppen, je hebt ook te maken met het subjectieve deel en beleving. Als je dat beter snapt leidt dat tot andere, betere uitkomsten”, weet Karla Niggebrugge. Zij is beleidsmedewerker Water bij de provincie Noord-Brabant.
Bij design thinking wordt een probleem vanuit diverse invalshoeken belicht, maar ‘menselijke drijfveren’ spelen toch wel de hoofdrol. Ook de rol van een ontwerper is belangrijk; die vormt de schakel tussen overheid en inwoners. Niggebrugge: “Wat ontwerpers heel goed doen, is in beeld brengen welke dingen bewoners belangrijk vinden en welke keuzes zíj maken. Voor ons als overheden is dat lastiger, omdat wij staan voor het algemeen belang en daarbij moeilijk kunnen inzoomen op individuele keuzes.”
‘Dichtgetimmerd plan’
Een treffend voorbeeld daarvan is de aanpak van de Veestraat in Tilburg, in het kader van het project StraatNL. Bewoners gaven aan dat het gemeentelijke plan voor de herinrichting van de straat ‘toch al dichtgetimmerd was’. “Ontwerper Tijs Rooijakkers is daar heel slim op zoek gegaan naar ‘haakjes’. Bijvoorbeeld of iemand een plantenbak voor zijn deur heeft staan, want die persoon zou interesse kunnen hebben in Tijs’ verhaal. Op die manier is hij met steeds meer mensen in gesprek geraakt en uiteindelijk in contact gekomen met de mensen die de sociale spil in de straat vormen.”
De ontwerper heeft zich tijdens het gesprek met de bewoners verplaatst in hun waarden, principes en gebruiken. “Vanuit de gebruiken bekijk je vervolgens hoe je de dialoog kunt openen”, weet social designer/onderzoeker Danielle Ramp van Stichting Zet. Die organisatie verzorgt procesbegeleiding als het gaat om participatie bij maatschappelijke vraagstukken. Zet werd ook ingeschakeld bij StraatNL. “In de Veestraat zitten mensen graag op een bankje voor hun huis. Daar is de ontwerper op ingehaakt. Hij heeft dat bankje herontworpen, waardoor je het ook met planten kunt aankleden en er water in kunt opvangen. Toen andere straatbewoners het ontwerp zagen, wilden zij ook wel zo’n bankje.”
Dutch Design Week
De inzet van design thinking bij dit soort processen kreeg in 2017 handen en voeten tijdens de Dutch Design Week (DDW) in Eindhoven. Bij de provincie en Brabantse waterschappen bestond al de behoefte om samen met ontwerpers iets neer te zetten tijdens dit evenement, schetst Niggebrugge. “Extreem weer was destijds als thema sterk in opkomst. Het is bovendien iets wat direct van invloed is op inwoners. Zo ontstond het project ‘Design thinking voor extreem weer’. Op bestuurlijk niveau werd bovendien afgesproken dat wat we ophaalden tijdens de DDW, ingebed zou worden in ons werk en beleid.”
Eveneens in 2017 had de Dutch Design Foundation, de organisatie achter de DDW, bedacht om meer met maatschappelijke thema’s te gaan werken en daar ontwerpers bij in te zetten. Per thema werd een ‘ambassade’ in het leven geroepen. Productontwerper Anouk van der Poll kreeg toestemming om de Embassy of Water te starten. Jaren daarvoor was zij al afgestudeerd op dit onderwerp. Partners als de provincie, waterschap De Dommel, gemeente Eindhoven en drinkwaterbedrijf Brabant Water zijn hierbij aangehaakt. Met diverse ontwerpers wordt inmiddels gewerkt aan allerlei watervraagstukken.
Leren samenleven met water
“Water werd eerst benaderd als een product dat van ons is. Dat zouden we om moeten draaien: het zien als een levend element dat we mogen lenen uit de kringloop, waar we goed voor moeten zorgen om het op een schone manier terug te geven. Want nu is het niet in balans”, vindt Van der Poll. “We hebben de natuurlijke cyclus verstoord.” Mensen moeten weer leren samenleven met water, valt Niggebrugge haar bij. “De Embassy of Water plaatst de mens terug in het natuurlijke water-ecosysteem en laat zien dat watertransitie meer is dan vasthouden, vertragen en infiltreren.”
De aanpak van de ‘Embassy’ sloeg dusdanig aan dat de betrokken waterpartijen dit voorjaar hebben besloten zich er nog drie jaar langer aan te committeren. Daardoor kunnen meerjarige programma’s worden opgezet.
Verbindingen maken
Niggebrugge wacht nu de opgave om de opgedane ervaringen te verankeren in de organisatie. Om te beginnen in het provinciale Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027. “Want we kunnen met deze intensieve werkwijze natuurlijk niet alle straten in Brabant afgaan”, meent de beleidsmedewerker Water.
“Als overheid is het verleidelijk je praktijk te organiseren in hokjes: wat is het probleem, welke rol hebben wij daarin en welke zeker niet”, vult Danielle Ramp van Zet aan. “Door zo te werken, verlies je het zicht op het grotere geheel. Of is iedereen met iets vergelijkbaars bezig, zonder dat ze het van elkaar weten of elkaar daarin versterken. Wat Karla Niggebrugge en haar collega Thijs Witjes goed doen, is te proberen daar overheen te kijken en verbindingen te maken.”
Aan de slag met woningbouw
Naast de ‘diepfilosofische inslag’ van het weer-leren-samenleven-met-water, volgt de Embassy of Water eveneens een meer praktisch spoor. Gebaseerd op vraagstukken die ook Niggebrugge bovenmatig interesseren. Waarom lukt het niet om een doorbaak te bewerkstelligen in het gebruik van minder drinkwater in onze huizen? Waarom spoelen we bijvoorbeeld toiletten nog door met water dat de kwaliteit van bronwater heeft?
Van der Poll: “De komende drie jaar gaan we met woningbouw aan de slag. Een woning draagt nu niets bij aan een watersysteem dat in balans is: het is gericht op water afvoeren, via de goot, wc, douche en gootsteen. Dat moet veranderen in een circulair systeem. Maar er is ook een andere omgang met water voor nodig. Water is nu nog te vanzelfsprekend. Zodra we een meer bewuste relatie met water ontwikkelen, kunnen we toewerken naar positief, regeneratief watergebruik.”