Oktober 2022

Brabant Business Panel

In het Brabants Business Panel geven Brabantse ondernemers hun stemming weer over een aantal indicatoren. Het panel is geïnitieerd naar aanleiding van de coronacrisis, maar heeft ook daarbuiten grote waarde om specifiek voor Brabant voorspellingen te doen. De vragenlijst heeft overeenkomsten met de conjunctuurenquête van het CBS, waardoor de cijfers ook vergelijkbaar zijn met de landelijke ontwikkelingen. Omdat deelnemers verspreid zijn over de hele provincie Noord-Brabant en ook over alle sectoren, is het mogelijk om per Brabantse regio en per sector ontwikkelingen te zien. Omwille van bedrijfsvertrouwelijkheid van gegevens, publiceert de provincie Noord-Brabant alleen op totaalniveau van de enquête. Op een aantal onderwerpen is aan de leden van het Brabants Business Panel gevraagd of zij daarover heel positief, positief, neutraal, negatief of heel negatief zijn. De antwoorden zijn vervolgens vertaald in een getal: heel positief = 2 positief = 1 neutraal = 0 negatief = -1 heel negatief = -2

In de grafieken hieronder ziet u het gemiddelde van de berekende uitkomsten.

In deze versie van de Brabant Impact Monitor presenteren we niet alleen de uitkomsten van de oktober-enquête, maar vergelijken we ook met de stemming van afgelopen jaar.

Omzet

Vraag 1. Hoe verhoudt de huidige omzet zich ten opzichte van 12 maanden geleden

De huidige omzet is voor de helft van de deelnemers ten opzichte van 12 maanden geleden (sterk) gestegen (48%). Voor ongeveer een zesde is deze juist (sterk) gedaald (17%). Het toekomstperspectief laat een kleine toename zien in het aandeel dat aangeeft dat de omzet zal stijgen (van 48% naar 52%), maar ook dat de omzet zal dalen (van 17% naar 20%). Er is dus sprake van een relatief stabiel beeld voor de toekomst wat betreft de omzetontwikkeling.

Vraag 2. Hoe verhoudt de huidige productie/bedrijvigheid zich ten opzichte van 12 maanden geleden

De huidige productie en bedrijvigheid is vergeleken met een jaar geleden vaker gestegen (35%) dan gedaald (26%). De verwachtingen voor over een jaar wijzen nog vaker op een toename (van 35% naar 46%) en wat minder vaak op een afname (van 26% naar 22%). Gunstige vooruitzichten dus wat betreft de productie en de bedrijvigheid.

Vraag 3. Hoe verhoudt de huidige totale orderportefeuille zich ten opzichte van 12 maanden geleden

De orderportefeuille is vergeleken met een jaar geleden vaker gestegen (37%) dan gedaald (17%). Voor de toekomst verwacht men hierin niet heel veel veranderingen. Een vrij stabiel beeld dus wat betreft de orderportefeuille.

Bekeken over de langere termijn is te zien dat tot april 2021 vaker sprake was van negatieve trend vergeleken met het jaar daarvoor (vaker een daling van de omzet dan een toename). Vanaf april 2021 is de omzet juist vaker hoger dan lager vergeleken met het jaar daarvoor. In oktober 2021 wordt de piek bereikt. Hierin is duidelijk de coronapandemie te herkennen. Na de piek in oktober 2021 wordt de trend weer minder positief, maar er blijven meer bedrijven die een toename van de omzet ervaren dan een afname vergeleken met het jaar daarvoor. Het laatste kwartaal is het beeld redelijk constant: corona speelt een minder belangrijke rol maar de opdrijvende grondstof- en energieprijzen, mede als gevolg van de oorlog in de Oekraïne, spelen hierbij zeker een rol.

Het beeld wat te zien was bij de omzetontwikkeling is ook terug te zien bij de productie en bedrijvigheid, zij het in een iets meer afgezwakte vorm. Een toename en een afname zijn iets meer in evenwicht. In oktober 2021 is de productie vaker veel hoger dan lager dan een jaar daarvoor. Daarna neemt het saldo weer wat af, maar blijft een toename nog steeds overheersen boven een afname. Vergeleken met het laatste kwartaal is het beeld nog steeds positief maar iets minder dan een kwartaal geleden. De tekorten aan grondstoffen en de stijgende energieprijzen spelen hierbij zeker een rol.

Het beeld bij de orderportefeuille is een afspiegeling van het beeld bij de omzet. De piek is bereikt in oktober 2021 als de orderportefeuille vergeleken met het jaar daarvoor veel vaker is toegenomen dan gedaald. Het beeld blijft daarna positief, maar het verschil tussen een toename en een afname is minder groot. Er is in 2022 sprake van een behoorlijk stabiel positief beeld.

Vraag 1. Hoe verhoudt de huidige omzet zich ten opzichte van 12 maanden geleden

De huidige omzet is voor de helft van de deelnemers ten opzichte van 12 maanden geleden (sterk) gestegen (48%). Voor ongeveer een zesde is deze juist (sterk) gedaald (17%). Het toekomstperspectief laat een kleine toename zien in het aandeel dat aangeeft dat de omzet zal stijgen (van 48% naar 52%), maar ook dat de omzet zal dalen (van 17% naar 20%). Er is dus sprake van een relatief stabiel beeld voor de toekomst wat betreft de omzetontwikkeling.

Bekeken over de langere termijn is te zien dat tot april 2021 vaker sprake was van negatieve trend vergeleken met het jaar daarvoor (vaker een daling van de omzet dan een toename). Vanaf april 2021 is de omzet juist vaker hoger dan lager vergeleken met het jaar daarvoor. In oktober 2021 wordt de piek bereikt. Hierin is duidelijk de coronapandemie te herkennen. Na de piek in oktober 2021 wordt de trend weer minder positief, maar er blijven meer bedrijven die een toename van de omzet ervaren dan een afname vergeleken met het jaar daarvoor. Het laatste kwartaal is het beeld redelijk constant: corona speelt een minder belangrijke rol maar de opdrijvende grondstof- en energieprijzen, mede als gevolg van de oorlog in de Oekraïne, spelen hierbij zeker een rol.

Vraag 2. Hoe verhoudt de huidige productie/bedrijvigheid zich ten opzichte van 12 maanden geleden

De huidige productie en bedrijvigheid is vergeleken met een jaar geleden vaker gestegen (35%) dan gedaald (26%). De verwachtingen voor over een jaar wijzen nog vaker op een toename (van 35% naar 46%) en wat minder vaak op een afname (van 26% naar 22%). Gunstige vooruitzichten dus wat betreft de productie en de bedrijvigheid.

Het beeld wat te zien was bij de omzetontwikkeling is ook terug te zien bij de productie en bedrijvigheid, zij het in een iets meer afgezwakte vorm. Een toename en een afname zijn iets meer in evenwicht. In oktober 2021 is de productie vaker veel hoger dan lager dan een jaar daarvoor. Daarna neemt het saldo weer wat af, maar blijft een toename nog steeds overheersen boven een afname. Vergeleken met het laatste kwartaal is het beeld nog steeds positief maar iets minder dan een kwartaal geleden. De tekorten aan grondstoffen en de stijgende energieprijzen spelen hierbij zeker een rol.

Vraag 3. Hoe verhoudt de huidige totale orderportefeuille zich ten opzichte van 12 maanden geleden

De orderportefeuille is vergeleken met een jaar geleden vaker gestegen (37%) dan gedaald (17%). Voor de toekomst verwacht men hierin niet heel veel veranderingen. Een vrij stabiel beeld dus wat betreft de orderportefeuille.

Het beeld bij de orderportefeuille is een afspiegeling van het beeld bij de omzet. De piek is bereikt in oktober 2021 als de orderportefeuille vergeleken met het jaar daarvoor veel vaker is toegenomen dan gedaald. Het beeld blijft daarna positief, maar het verschil tussen een toename en een afname is minder groot. Er is in 2022 sprake van een behoorlijk stabiel positief beeld.

Vraag 4. Hoe staat het met de personeelsomvang in uw bedrijf op dit moment

De werkdruk in de bedrijven is veel vaker (zeer) hoog (59%) dan (zeer) laag (6%). Ook voor de toekomst verwachten de bedrijven veel vaker een (zeer) hoge werkdruk, maar dit aandeel neemt wel iets af (van 59% naar 45%). Men verwacht dat vaker sprake zal zijn van een normale werkdruk (van 37% naar 52%). Er zijn nauwelijks bedrijven die een (zeer) lage werkdruk ervaren, niet nu maar ook niet in de toekomst.

In december 2020 toen sprake was van een lockdown vanwege corona werd een zeer hoge werkdruk ervaren. Daarna is deze gedaald om vervolgens weer te stijgen tot een nieuw hoogtepunt in oktober 2021. Daarna zien we een lichte daling maar vervolgens is de werkdruk de afgelopen twee kwartalen weer stabiel hoog. Dit strookt met het beeld van het personeelstekort.

Ruimte om personeel op te leiden

Vraag 5: Hoe wordt de werkdruk ervaren in uw bedrijf op dit moment?

Vraag 6. Hoeveel ruimte is er om personeel op te leiden/bij te scholen in uw bedrijf op dit moment

Vraag 7. Hoeveel ruimte is er om stages/leerbanen aan te bieden in uw bedrijf op dit moment

De werkdruk in de bedrijven is veel vaker (zeer) hoog (59%) dan (zeer) laag (6%). Ook voor de toekomst verwachten de bedrijven veel vaker een (zeer) hoge werkdruk, maar dit aandeel neemt wel iets af (van 59% naar 45%). Men verwacht dat vaker sprake zal zijn van een normale werkdruk (van 37% naar 52%). Er zijn nauwelijks bedrijven die een (zeer) lage werkdruk ervaren, niet nu maar ook niet in de toekomst.

Bedrijven hebben op dit moment vaker (zeer) veel ruimte om personeel op te leiden (35%) dan (heel) weinig (19%). Voor de toekomst verwacht men eerder nog iets meer ruimte (van 35% naar 41%) dan minder ruimte (van 19% naar 12%) hiervoor te hebben.

Naast ruimte voor opleidingen is er ook zeker ruimte voor stage of leerbanen. De helft van de bedrijven geeft aan dat hier (zeer) veel ruimte voor is (50%) tegenover één op de zes bedrijven die hiervoor (zeer) weinig ruimte heeft (17%). Voor de toekomst verandert er niet veel, zij het dat het aandeel bedrijven dat hiervoor (zeer) weinig ruimte heeft iets afneemt (van 17%) naar 13%).

In december 2020 toen sprake was van een lockdown vanwege corona werd een zeer hoge werkdruk ervaren. Daarna is deze gedaald om vervolgens weer te stijgen tot een nieuw hoogtepunt in oktober 2021. Daarna zien we een lichte daling maar vervolgens is de werkdruk de afgelopen twee kwartalen weer stabiel hoog. Dit strookt met het beeld van het personeelstekort.

Duidelijk is te zien dat met het toenemende personeelstekort er meer ruimte is om het huidige personeel op te leiden en/of bij te scholen. De piek ligt wederom in oktober 2021, maar deze blijft ook daarna behoorlijk hoog.

In lijn met het toenemende personeelstekort is er meer ruimte om personeel op te leiden en/of bij te scholen, maar ook steeds meer ruimte voor stages en/of leerbanen. Het tekort aan personeel moet opgevuld worden, waarbij steeds meer naar deze oplossing wordt gegrepen. Vanaf juli 2021 is te zien dat hiervoor constant veel ruimte is.

Vraag 5. Hoe wordt de werkdruk ervaren in uw bedrijf op dit moment

De werkdruk in de bedrijven is veel vaker (zeer) hoog (59%) dan (zeer) laag (6%). Ook voor de toekomst verwachten de bedrijven veel vaker een (zeer) hoge werkdruk, maar dit aandeel neemt wel iets af (van 59% naar 45%). Men verwacht dat vaker sprake zal zijn van een normale werkdruk (van 37% naar 52%). Er zijn nauwelijks bedrijven die een (zeer) lage werkdruk ervaren, niet nu maar ook niet in de toekomst.

In december 2020 toen sprake was van een lockdown vanwege corona werd een zeer hoge werkdruk ervaren. Daarna is deze gedaald om vervolgens weer te stijgen tot een nieuw hoogtepunt in oktober 2021. Daarna zien we een lichte daling maar vervolgens is de werkdruk de afgelopen twee kwartalen weer stabiel hoog. Dit strookt met het beeld van het personeelstekort.

Vraag 6. Hoeveel ruimte is er om personeel op te leiden/bij te scholen in uw bedrijf op dit moment

Bedrijven hebben op dit moment vaker (zeer) veel ruimte om personeel op te leiden (35%) dan (heel) weinig (19%). Voor de toekomst verwacht men eerder nog iets meer ruimte (van 35% naar 41%) dan minder ruimte (van 19% naar 12%) hiervoor te hebben.

Duidelijk is te zien dat met het toenemende personeelstekort er meer ruimte is om het huidige personeel op te leiden en/of bij te scholen. De piek ligt wederom in oktober 2021, maar deze blijft ook daarna behoorlijk hoog.

Vraag 7. Hoeveel ruimte is er om stages/leerbanen aan te bieden in uw bedrijf op dit moment

Naast ruimte voor opleidingen is er ook zeker ruimte voor stage of leerbanen. De helft van de bedrijven geeft aan dat hier (zeer) veel ruimte voor is (50%) tegenover één op de zes bedrijven die hiervoor (zeer) weinig ruimte heeft (17%). Voor de toekomst verandert er niet veel, zij het dat het aandeel bedrijven dat hiervoor (zeer) weinig ruimte heeft iets afneemt (van 17%) naar 13%).

In lijn met het toenemende personeelstekort is er meer ruimte om personeel op te leiden en/of bij te scholen, maar ook steeds meer ruimte voor stages en/of leerbanen. Het tekort aan personeel moet opgevuld worden, waarbij steeds meer naar deze oplossing wordt gegrepen. Vanaf juli 2021 is te zien dat hiervoor constant veel ruimte is.

Liquiditeitspositie

Vraag 8. Welke factor heeft de grootste invloed op de liquiditeitspositie in uw bedrijf? op dit moment

Vooral loonkosten zijn van grote invloed op de liquiditeitspositie van bedrijven (54%), gevolgd door de omzet (30%). Voor de toekomst gaan bedrijven ervan uit dat de loonkosten hierin nog een grotere rol gaan spelen (van 54% naar 61%). Niet afzetbare voorraden gaan juist een minder belangrijke rol spelen verwachten bedrijven (van 13% naar 6%).

Over een langere termijn bezien, is de invloed van de omzet op de liquiditeitspositie van bedrijven gedaald (van 54% in februari 2021 naar 30% in september 2022). Loonkosten laten juist een sterke toename zien (van 38% in januari 2021 naar 68% in februari 2022 om vervolgens weer iets te dalen naar 54% in september 2022).

Voorraad

Vraag 10. Hoe is het gesteld met de aanvoer van voorraad in uw bedrijf op dit moment

Bij bedrijven is op dit moment vaker sprake van (zeer) weinig aanvoer van voorraden (24%) dan (zeer) veel aanvoer (6%). Voor de toekomst verwachten bedrijven hierin ook niet veel veranderingen.

Over de langere termijn bezien is na een periode van evenwicht tot april 2021 een tekort te zien in de tweede helft van vorig jaar. In februari leek het evenwicht weer hersteld, maar daarna ervaren bedrijven veel vaker een tekort als het gaat om de aanvoer van voorraden dan een overschot. Het dieptepunt lag vooralsnog in de zomer van 2022. Het laatste kwartaal lijkt sprake van een licht herstel.

Orders

Vraag 11. Hoe is het gesteld met het aantal orders in uw bedrijf op dit moment

Bedrijven hebben op dit moment vaker (zeer) veel orders (33%) dan (zeer) weinig orders (15%). De toekomst zien bedrijven nog rooskleuriger in (van 33% naar 41% (zeer) veel orders en van 15% (zeer) weinig orders naar 11%).

In het eerste kwartaal van 2021 hebben bedrijven vaker (zeer) weinig orders dan (zeer) veel orders. Dit beeld verandert vanaf april 2021 wanneer bedrijven juist vaker (zeer) veel orders hebben dan (zeer) weinig orders hebben. In februari 2022 lijkt dit weer in evenwicht waarna dit beeld weer in positieve zin wordt omgebogen.

Afzetmogelijkheden

Vraag 12. Hoe is het gesteld met de afzetmogelijkheden in uw bedrijf op dit moment

Er zijn op dit moment meer bedrijven die (zeer) veel afzetmogelijkheden hebben (30%) dan (zeer) weinig (19%). Over de toekomst zijn bedrijven nog positiever. Met name het aandeel bedrijven dat verwacht (zeer) veel afzetmogelijkheden te hebben neemt toe (van 30% naar 44%).

Over de langere termijn bezien zijn ondernemers vaker positief dan negatief over de afzetmogelijkheden. In februari 2021 is sprake van een evenwicht: het aandeel bedrijven dat van mening is over (zeer) veel afzetmogelijkheden te beschikken is gelijk aan het aandeel bedrijven dat over (zeer) weinig afzetmogelijkheden beschikt. Daarna wordt weer een positieve trend ingezet. Het laatste kwartaal is echter sprake van een flinke daling. Het aandeel bedrijven dat positief is over de afzetmogelijkheden is nog wel groter dan het aandeel bedrijven dat negatief hierover is, maar het verschil is veel kleiner geworden. De oorlog in de Oekraïne met inkrimpende afzetmogelijkheden in het buitenland zal hierbij zeker een rol spelen.

Liquide middelen

Vraag 13. Hoe is het gesteld met de beschikbaarheid van liquide middelen om voorraden op peil te houden in uw bedrijf op dit moment

Er zijn meer bedrijven die aangeven over (zeer) veel liquide middelen te beschikken om de voorraden op peil te houden (33%) dan bedrijven die aangeven hier (zeer) weinig middelen voor te hebben (19%). Ondernemers verwachten niet dat dit zal veranderen in de toekomst.

Over de langere termijn bezien hebben bedrijven iets vaker (zeer) veel dan (zeer) weinig liquide middelen om de voorraden op peil te houden. Dit beeld schommelt enigszins. In juli 2022 lijkt dit in evenwicht om vervolgens weer in positieve zin om te buigen. Een tekort aan liquide middelen lijkt niet de oorzaak van het tekort aan voorraden.

Investeringen

Vraag 14. Hoe is het gesteld met onderstaande investeringen in uw bedrijf?

Op de vraag hoe het is gesteld met verschillende investeringen in het bedrijf lijken uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen het meest af- of uitgesteld. Desondanks zien we dat ongeveer een vijfde juist uitbreidingsinvesteringen naar voren heeft gehaald of heeft verhoogd. Gezien het tekort op de arbeidsmarkt is het begrijpelijk dat bedrijven investeringen om de arbeidsproductiviteit te verhogen het meest naar voren hebben gehaald en verhoogd. Dit was in februari en juli 2022 ook al zo. Ook investeringen in duurzaamheid worden vaker naar voren gehaald of verhoogd (23%) dan af- of uitgesteld (12%). De hogere energieprijzen spelen hierbij zeker een rol.

Kwartaal vragen - Circulair ondernemen

Vraag 1. In hoeverre is uw bedrijf actief met circulair ondernemen?

Een derde van de bedrijven heeft personeel met kennis over circulair ondernemen. Daarnaast importeert een kwart circulaire grondstoffen, producten of diensten en een vijfde exporteert deze.

Iets meer dan een kwart van de bedrijven doet niks als het gaat om circulair ondernemen (28%), een ruime meerderheid dus wel (72%).

Vraag 2. In hoeverre ervaart uw bedrijf de noodzaak om met circulair ondernemen aan de slag te gaan?

Circulair ondernemen staat zeker op de agenda van bedrijven. Zo ervaart één op de vijf bedrijven een hoge urgentie als het gaat om circulair ondernemen en nog eens iets meer dan een derde enige urgentie. Er zijn nauwelijks bedrijven die hiertoe geen noodzaak zien (4%) en maar weinig bedrijven die aangeven weinig noodzaak hiertoe zien (13%).

Vraag 3. Welke mogelijke oorzaken ziet u om meer met circulair ondernemen te gaan doen?

De oorzaken om over te gaan op circulair te ondernemen zijn zeer divers. Stijgende grondstof- en energieprijzen (resp. 43% en 39%), maar ook meer grip krijgen op de ketensamenwerking (37%) en tekorten aan grondstoffen (33%) spelen hierbij een rol.

Vraag 4. Welke mogelijke oorzaken belemmeren om meer met circulair ondernemen te gaan doen?

De overstap naar meer circulair ondernemen kent ook belemmeringen. Iets meer dan een derde van de bedrijven wijst daarbij op te weinig tijd (35%), maar ook te weinig kennis (30%), de financiering (26%) en het ontbreken van voldoende overzicht (22%) spelen hierbij een rol.

Vraag 5. Wat is de verwachte invloed van circulair ondernemen op uw bedrijfsvoering als het gaat om …

Bedrijven verwachten veel vaker een positieve dan een negatieve invloed van circulair ondernemen op de bedrijfsvoering. Dit geldt het sterkst voor kennisontwikkeling (50%positieve invloed), ketensamenwerking (48%), productontwikkeling (43%) en gebruik van materialen (35%). Men verwacht dat circulair ondernemen de minste invloed zal hebben op de personeelsomvang (13%).

Meld u aan voor het Brabant Business Panel

Hoe meer mensen aan het Brabant Business Panel meedoen, hoe beter het inzicht wordt. Met goed inzicht kunnen we beter beleid maken. Dat is goed voor Brabant, zijn ondernemers en zijn inwoners. Met inzicht kunnen we elkaar helpen!

U kunt zich via onderstaande button aanmelden voor het Brabant Business Panel.