De Brabanthallen als prikstraat, dat is even wennen.
Fotografie: Marc-Bolsius-Optocht-Oeteldonk
Jeroen Dona, divisiedirecteur bij Libéma: “’Beurzen en Evenementen’ is normaal een florerende divisie, maar nu even wat rustiger, om het voorzichtig uit te drukken.”
De divisie omvat behalve grote evenementenhallen, congres- en entertainmentlocaties ook bedrijven die op de inhoud zijn gericht, zoals Indoor Brabant, het tennistoernooi in Rosmalen, sportcycling en entertainment. Die brengen de reuring die past bij Bosschenaar Jeroen Dona. Dona, naar eigen zeggen Bourgondiër, houdt van het gastvrije en het culturele die zijn stad en provincie normaliter te bieden hebben. Net als iedereen kan hij hier nu echter niet van genieten; veel evenementenlocaties zijn nu in gebruik als priklocatie. “De evenementenbranche zit in deze pandemie per definitie in de markt waar de klappen vallen. Het gaat altijd om ontmoetingen en dan ook nog eens om massa’s. Dat is twee keer wat je in de bestrijding van de pandemie niet wilt.” Dona geeft dan ook ruiterlijk toe dat hij geluk heeft dat hij bij een stevig familiebedrijf werkt dat ook andere divisies omvat. Zonder dat stevige fundament zou het er aanzienlijk somberder uitgezien hebben. Desondanks moest zijn divisie stevig inkrimpen. “Ik zit nu op het minimumniveau dat nodig is om weer te kunnen opstarten.” “In de evenementenbranche zijn naast grote spelers ook heel veel kleine spelers actief”, vertelt Dona. “Het is een heel diverse markt, van kleine vergaderingen van tien personen tot massaevenementen waar tienduizenden mensen op een grasveld komen dansen en feestvieren. Veel bedrijven kunnen alleen overleven door de winst op een evenement ogenblikkelijk te investeren in het volgende evenement.” Dona prijst de Rijksoverheid voor de enorme bedragen die zij via NOW, Tozo, TVL en TONK beschikbaar stelt aan bedrijven. Hij pleit voor maatwerk in het vervolg. “De winst die bedrijven normaliter investeren in volgende elementen is verdampt. Als een café weer open mag, kan dat bij wijze van spreken morgen gebeuren. Een evenement vraagt echter maandenlange voorbereiding, vaak wel negen tot twaalf. Daar moeten subsidieregelingen op afgestemd worden. Bedrijven die nu door de overheidssubsidies overleven, moeten ook kunnen overleven in de periode tussen versoepelingen en het moment dat zij weer evenementen, en dus omzet, hebben. Ook de voorbereidingsmaanden moeten ze financieel kunnen overbruggen.” “Verzekeraars verzekeren momenteel geen evenementen. Dat probleem kan de overheid met maatwerk verhelpen”, zegt Dona. “Dat hoeft niet gratis, ik betaal normaal immers ook premie aan een verzekeringsmaatschappij. Een collectieve regeling waarbij we bijvoorbeeld een verplicht percentage van de omzet inzetten om risico’s af te dekken zou de branche enorm helpen om weer op te starten.”
Dona ziet daarnaast nog een andere uitdaging. Door de afschaling is veel personeel in andere branches terechtgekomen. “Die ervaren nu een ander leven dan in de evenementenbranche. Wij zitten in een mooie branche, maar we moet ook hard werken om een boterham te verdienen. Een deel van de mensen die nu vrije avonden en weekenden leren kennen, zal denk ik niet terug willen naar de evenementenbranche. Daarmee ontstaat er in de sector na de opstart wellicht een capaciteitsprobleem. Zoals altijd in de economie lost dat zichzelf vanzelf weer op, maar dat zou best even kunnen duren.”
Het begin van het einde van de malaise in de evenementenbranche ziet Dona in de overheidscommunicatie. “De kabinetscommunicatie kan veel perspectiefvoller. Vaccineren lost het tekort aan zorgcapaciteit op. Het kabinet zou kunnen communiceren hoeveel mensen er al gevaccineerd zijn. Na hoeveel vaccinaties volgen versoepelingen van de maatregelen? Wat is daarin de strategie? Ik weet zeker dat heel veel ondernemers, net als Libéma, staan te popelen om weer aan het werk te gaan. Met een heldere overheidsstrategie kunnen wij de eerste stappen zetten om nieuwe evenementen voor te bereiden. Daar is wel perspectief voor nodig. Zo’n positieve benadering zou de evenementenbranche enorm helpen!”