Minder water gebruiken, meer aanvullen:
brede coalitie brengt Brabants grondwater in balans

In de maand december is in Brabant een klap gegeven op liefst 3 belangrijke dossiers, die de kwaliteit van zowel het provinciale oppervlakte- en grondwater als de bodem moeten waarborgen. Vooral de grondwatervoorraad staat onder druk. De ambitie is om in 2050 een klimaatbestendig en robuust water- en bodemsysteem te hebben, bestand tegen extremen.
De grondwaterbalans is verstoord in Brabant en dat is zorgelijk. Grondwater is noodzakelijk voor drinkwater, de natuur, landbouw en industrie. Met z’n allen gebruiken we er steeds meer van. Ook de extreem droge zomers van 2018, 2019 en 2020 hebben er een zware wissel op getrokken. Maar eigenlijk speelt dit probleem al decennialang, geeft Niels Aten aan. Hij is namens de provincie Noord-Brabant projectleider van het Regionaal Water en Bodem Programma.
In de voorbije jaren lag de focus volgens hem vooral op het snel afvoeren van water in natte tijden. Inmiddels is er ook sprake van een klimaatverandering. “Naast de zeespiegelstijging zijn 2 belangrijke effecten daarvan dat het soms harder en langer regent en dat het af en toe heel erg en langer droog is. De afgelopen dertig jaar hebben ons geleerd dat het uiteindelijk niet werkt om hier en daar het beleid een beetje aan te passen en zo min mogelijk aan bestaande belangen te tornen.” Het Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027 (RWP) – op 3 december vastgesteld door Provinciale Staten van Noord-Brabant – staat een belangrijke transitie voor. Aten: “Een waarbij voortaan de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend is voor de activiteiten op het land. Dat is een enorme omslag.” Het betekent onder meer dat er niet méér grondwater aan de bodem mag worden onttrokken dan er bijkomt via de aanvulling van natuurlijke voorraden. Voor het eerst bevat het provinciale beleid een aparte aanpak voor verbetering van de bodem in Brabant, om de opgaven voor verdrogingsbestrijding en waterkwaliteit te bereiken. Belangrijk blijft daarnaast volgens de projectleider de ‘waterveiligheid’: “Daarbij volgen we eigenlijk sinds de Deltawerken een doorgaande lijn in Nederland en die zetten we onverkort voort in Brabant. En dat is nodig ook, getuige de overstromingen van afgelopen zomer in Limburg.”
Vrijblijvendheid voorbij
Het RWP beschrijft hoe de provincie met strategische partners als waterschappen, waterbedrijven, natuurorganisaties, industrie en land- en tuinbouworganisaties tot en met 2027 samenwerkt aan veilig, schoon en voldoende water, plus een vitale bodem. De tijd van vrijblijvendheid ligt volgens Aten achter ons. “De doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water in het RWP dienen te worden gehaald.” Het zal geven en nemen worden, maar Aten heeft het volste vertrouwen dat dit lukt: “Heel bijzonder in het ontstaansproces van het RWP is dat niemand de doelen betwist. Het urgentiegevoel en de bereidheid tot samenwerking zijn er absoluut. Ongelofelijk mooi dat alle partners wat dat betreft op een lijn zitten.”
Grondwaterconvenant en Maatwerkovereenkomsten
Een nieuwe manier van denken en handelen is noodzakelijk. De hiervoor gemaakte werkafspraken zijn enerzijds vastgelegd in het Grondwaterconvenant 2021-2027, getekend door een brede coalitie van dertien partijen (zie einde artikel) in het Breed Bestuurlijk Grondwateroverleg (BBG). Voor het eerst conformeren zoveel partijen in Brabant zich aan afspraken rond dit thema. Anderzijds hebben provincie en Brabantse waterschappen Maatwerkovereenkomsten gesloten.
“Iedereen heeft een stukje van de oplossing en dus moeten we intensiever samenwerken”, legt Twan Tiebosch uit. Als coördinator Grondwater was hij namens BGG partners medeopsteller van het Grondwaterconvenant.
5 bouwstenen
Tiebosch licht toe dat de overeenkomst uit 5 bouwstenen bestaat. Concreet zijn de afspraken om tot eind 2027 meer water vast te houden, aan te voeren en te laten infiltreren in het grondwater. Daarnaast dient er minder water te worden gebruikt en te verdampen. “Dan is er nog een drietal randvoorwaardelijke zaken. Met de afgesproken doelstellingen moet rekening worden gehouden bij toekomstige initiatieven op het gebied van ruimtelijke ordening. Ook maken de partijen afspraken over de manier van samenwerken en zoeken zij naar nieuwe, innovatieve oplossingen.”
In een eerdere editie van deze nieuwsbrief gaf directeur Rob van Dongen van Brabant Water al aan dat dit drinkwaterbedrijf onderzoekt of je drinkwater kunt maken van zee-, rivier- of brak water. Maar er zijn meerdere wegen naar Rome. Water moet vaker worden gerecycled en in gesloten kringlopen worden gebruikt. In het convenant staat ook het voornemen om in de industrie minder grondwater te gebruiken als proceswater. Zeker waar het gaat om laagwaardige functies als spoelen en schoonmaken, of het afvoeren van afvalstromen.
Het gebruik van water uit de bodem voor de beregening van grond wordt eveneens tegen het licht gehouden. Tiebosch: “Het huidige beregeningsbeleid – op 1 april bepalen of er wel of geen verbod komt – geeft elk jaar opnieuw discussie en is lastig te handhaven. Dat bekijken we opnieuw. Als een boer meer investeert in het vasthouden van water, ontstaat er bovendien een win-winsituatie. Dan heeft-ie in droge tijden ook minder beregening nodig.” Daarnaast komen er campagnes voor alle Brabanders over nut en noodzaak van zuinig omgaan met water en met tips.
Aparte overeenkomst met waterschappen
Ook de Maatwerkovereenkomsten (MOK’s) tussen provincie en de 4 Brabantse waterschappen zijn een uitvloeisel van het RWP. De manier waarop de provincie en waterschappen met elkaar omgaan wordt landelijk geroemd, zegt Roland Aben, projectmanager uitvoering Water bij de provincie. “Toch pleitte voormalig gedeputeerde Rik Grashoff er in maart vorig jaar voor om die samenwerking te intensiveren, versnellen en flexibeler te maken. In de MOK’s zijn hierover duidelijke afspraken gemaakt.” Zo wordt erin aangegeven hoeveel extra menskracht waterschappen en de provincie inbrengen, op een fiftyfifty-basis. Aben: “Vanuit het RWP hebben we daarvoor budgetten gekregen. Tevens is afgesproken dat, als een waterschap projecten met goede redenen wil versnellen, we middels adaptieve programmering flexibel kunnen handelen.” Met ieder waterschap is een aparte overeenkomst gesloten.
Investering van 240 miljoen
De provincie en ook het Rijk investeren de komende zes jaar fors in het RWP: zo’n 240 miljoen euro. Volgens projectleider Aten wordt dat bedrag vooral besteed aan de inrichtings- en uitvoeringsmaatregelen in het landelijk gebied voor de waterkwaliteit en verdrogingsbestrijding – de opgaven uit de Kaderrichtlijn Water. “De enorme ambities moeten we nu in het veld uitvoeren. Ook moeten we blijven monitoren of het pakket aan maatregelen voldoende is om de gestelde doelen te behalen. Wij denken overigens van wel en halen alles uit de kast.”
De volgende partijen ondertekenden het grondwaterconvenant
Provincie Noord-Brabant Brabant Water Brabants Landschap Brabantse Milieufederatie
Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Waterschap De Dommel Evides Waterbedrijf Natuurmonumenten Staatsbosbeheer
Vereniging Industrie Water BPG Vereniging landelijk Brabant ZLTO
Ook enkele gemeenten zijn betrokken bij het Grondwaterconvenant. De verwachting is dat in 2022/2023 meer gemeenten aanhaken.