7

RESULTATEN SWOV ONDERZOEK: ‘NOOIT VERWACHT DAT ER NOG ZOVEEL MENSEN GEEN GORDEL DRAGEN TIJDENS HET RIJDEN’

Elke dag stappen duizenden Brabanders in de auto of op de fiets. Vaak gaat dit goed, maar helaas niet altijd. In 2018 (150) en 2019 (142) vielen er een hoog aantal verkeersdoden in Noord-Brabant: 292. Een aantal dat echt omlaag moet, vindt de provincie. Ze vroeg het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) onderzoek te doen naar de ongelukken. Het doel? Lering trekken en tot gerichte acties komen.

De SWOV analyseerde dit jaar in totaal 221 verkeersongevallen, waarbij 243 mensen om het leven kwamen. Hiervoor maakte de organisatie onder andere gebruik van politiedossiers en beeldmateriaal van de plek van het ongeval. Ze keek niet alleen naar welke elementen een rol speelden bij de oorzaak van het ongeval en de ernstige afloop bepaalden, maar ook of er patronen te ontdekken waren rondom een ongeluk. “Dit rapport is ontzettend belangrijk”, vertelt Michiel Schepens, Beleidsmedewerker Verkeersveiligheid van de provincie. “We kunnen Noord-Brabant alleen veiliger maken als we weten hoe deze ongevallen zijn ontstaan en de factoren kennen die gezorgd hebben voor een ernstige afloop, zodat we gerichte en effectieve interventies kunnen treffen.”

De SWOV kwam na de analyse tot vier typen veelvoorkomende ongevallen. Op de infographic zijn deze uiteengezet, met daarbij de factoren die een rol speelden. • Obstakelongevallen (71) • Frontale ongevallen (30) • Flankongevallen (64) • Kop-staartongevallen (26, waarvan 14 in de staart van een file).

Oorzaken

De ongelukken ontstonden meestal door een combinatie van onoplettendheid of (bewust) risicogedrag van de bestuurder, en een weginrichting en berm die niet vergevingsgezind zijn voor menselijke fouten. In een klein deel (minimaal 8) speelde ook een voertuigdefect een rol. Bij 26 van de 221 dodelijke ongevallen is bewezen dat de snelheid ver boven de limiet lag. Ook afleiding tijdens het rijden, bijvoorbeeld door het gebruik van de mobiele telefoon (17) en drugsgebruik (16) zijn menselijke gedragingen die geconstateerd zijn en niet in het verkeer thuishoren. Een belangrijke vermelding bij deze cijfers is dat de aantallen gebaseerd zijn op gevallen waarvoor bewijs aanwezig was. De politie kon niet bij alle ongevallen onderzoek doen of aantonen dat de bestuurder risicogedrag vertoonde. De cijfers geven dus de ondergrens aan. Daarnaast kan de infrastructuur veiliger. De SWOV heeft in 32 situaties een kruispuntinrichting geconstateerd die geen veilige snelheid afdwingt. Een smalle verhardingsbreedte (16) neemt de tweede plek in, gevolgd door het niet aanwezig zijn van een fysieke rijrichtingsscheiding (12). Verder bepaalde de inrichting van een berm voor een significant deel de ernst van de afloop van een ongeluk. Uit het onderzoek blijkt dat veel obstakels, met name bomen, relatief dicht langs de weg stonden of onvoldoende afgeschermd waren.

Beschermingsmiddelen

Een ander belangrijk punt uit het rapport is het gebruik van beschermingsmiddelen. Van de 119 overleden inzittenden van een personen-, bestel- of vrachtauto droegen er 44 geen gordel. 19 van hen zijn geheel of gedeeltelijk uit het voertuig geslingerd. “Bizar”, reageert Schepens. “Veel van de uitkomsten hadden we verwacht, maar van deze cijfers schrokken we. Het is ongelooflijk dat een derde van de dodelijke slachtoffers in (vracht)auto’s geen gordel droeg.” Ook constateerde de SWOV dat veel ongevallen met tweewielers minder ernstig hadden kunnen aflopen als de bestuurders een helm hadden gedragen. Deze bescherming is voor veel tweewielers niet verplicht, zoals op de snorfiets of de (elektrische) fiets, maar kan wel veel leed voorkomen.

Aanbevelingen

Aan de hand van de analyse doet de SWOV drie aanbevelingen waarmee Noord-Brabant dichterbij nul verkeersslachtoffers kan komen:

Veilige infrastructuur

Een veilige en herkenbare infrastructuur stuurt het gedrag en de verwachtingen van weggebruikers. Volgens de SWOV kunnen verkeersveiligheidspartners maatregelen nemen zoals obstakelvrije inrichting van bermen, waarschuwen voor en vangrails plaatsen bij krappe bochten en door de uitstraling van een weg beter aan te laten sluiten bij de geldende maximumsnelheid.

Educatie en voorlichting

Wie voorbereid en goed geïnformeerd de weg op gaat, weet wat de consequenties zijn van het eigen gedrag. De SWOV ziet dat de belangrijkste doelgroepen voor gerichte voorlichting en educatie jonge automobilisten en oudere fietsers zijn. Algemene voorlichting aan weggebruikers over de gevolgen van afleiding, het niet dragen van een gordel of vermoeidheid kan ook helpen bij het terugdringen van het aantal ongelukken.

Handhaving

De organisatie ziet graag meer controles op snelheid, afleiding en het gebruik van alcohol en drugs. Belangrijk is dat de controles regelmatig worden gedaan, zodat de pakkans vergroot wordt. Daarnaast spoort de SWOV de politie aan om consequent na te gaan of afleiding, alcohol- en drugsgebruik een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van ongevallen; dat gebeurt nu nog niet altijd.

Plannen voor de praktijk

De provincie Noord-Brabant zet al in op het veiliger maken van de infrastructuur, het aanbieden van educatie en voorlichting, en op handhaving. Volgens Schepens blijft het van groot belang dat de samenwerkende partijen doorgaan met het bundelen van de krachten. “Van politie tot Rijkswaterstaat en van de gemeenten tot scholen; een integrale aanpak is ontzettend waardevol. Het resultaat van het SWOV-onderzoek geeft ons focus. Het geeft bijvoorbeeld aanleiding om een campagne over gordeldracht te starten, met de politie in gesprek te gaan over handhaving op gordelgebruik en wegbeheerders aan te spreken op het belang van veilige en afgeschermde bermen. Toch is een veiliger Brabant niet alleen de verantwoordelijkheid van deze partijen. Daarom zijn we ook gestart met de campagne Jouw Actie Telt, om Brabanders bewust te maken van hun eigen gedrag. Iedereen kan bijdragen aan veiliger verkeer.”

www.brabantgaatvoornul.nl

Digitaal Magazine Verkeersveiligheid | 2021