BodemUP zorgt voor vitale landbouwbodem en krijgt vervolg in 2022

In het kader van het 6e Nitraat Actie Programma is de regio gevraagd om een aanpak te ontwikkelen waarbij de uitspoeling van nutriënten op de zandgronden zou verminderen. Het project BodemUP 1.0 met het motto ‘gezonde bodem, gezonde gewassen en gezonde mensen’, is toen geboren. Het ministerie van LNV, Brabant Water en Provincie Noord-Brabant financieren deze aanpak. Daarbij moest de uitvoering van het project door de ZLTO worden gedaan, zo werd landelijk bepaald. Met advisering aan en coaching van agrariërs, worden maatwerkoplossingen gezocht voor vraagstukken die zich voordoen ten aanzien van de bodemgesteldheid van percelen en kan een vitale bodem worden bewerkstelligd.

“Het zijn meestal ongelooflijk complexe vraagstukken,” weet Marijgje Wijers van ZLTO. Zij coördineert de coaching en is projectleider van de bodemcoaches die sinds 2018 gesprekken voeren met de inmiddels 529 deelnemers van het project. “Alles grijpt op elkaar in en alles wat je doet heeft effect op elkaar. De beste oplossing ontstaat door goed te kijken naar nieuwe ontwikkelingen en af te durven wijken van hoe je het altijd al deed. Zo ontstaan per situatie maatwerkoplossingen .” Sinds het begin van het project zijn ruim 750 maatregelen toegepast voor het verbeteren van de bodemgesteldheid. Deze maatregelen zijn het resultaat van een zorgvuldig proces van bodem- en gewasanalyse, benutten van mogelijkheden binnen een bedrijfssysteem en antwoorden vinden op uitdagingen van de omgeving.

Innovaties en lange adem

Een bodemcoach voert jaarlijks ongeveer drie gesprekken met een deelnemer aan het project. “Het is belangrijk dat de coach en de deelnemer elkaar en de situatie goed kennen. Zo ontstaat er vertrouwen dat er een goed advies wordt gegeven waardoor bodemverbetering kan ontstaan. Het is een kwestie van lange adem, want verbetering van de bodem heeft tijd nodig,” legt Marijgje uit. “Wij vinden het belangrijk dat de adviezen van de bodemcoach goed kunnen landen in het bedrijf. Daarom proberen we nieuwe kennis direct toepasbaar te maken, en kunnen we innovaties uitproberen. Daarbij letten we ook op dat er geen tegenstrijdige adviezen ontstaan. De bodemcoach is een kwalitatief hoogstaande en onafhankelijke adviseur. Zijn doel is te komen tot een vitale landbouwbodem.”

Metingen van nitraatresidu

Marijgje Wijers benadrukt dat het advies van de coaches begint met een gedegen analyse van de situatie. “Elke agrariër weet op welk perceel hij winst kan behalen. Daar gaan we dus als eerste kijken. We voeren een uitvoerige bodemanalyse uit om vast te kunnen stellen wat de meeste groeibelemmerende factoren zijn. Als we die situatie goed hebben vastgesteld, gaan we kijken wat er mogelijk is ter verbetering. We zien onszelf als sparringpartner van de grondgebruiker. Onze coaches hebben geen economisch belang, maar willen wel meedenken om ook toekomstig gewenst beleid nu al uit te voeren. Zo hebben we bijvoorbeeld ruimte vrij gemaakt om meer metingen van nitraatresidu te doen, gericht op het krijgen van meer inzicht. Doel hiervan is om uiteindelijk met minder grondstoffen een beter rendement te behalen.” In de evaluatie blijkt dat dit rendement soms al op heel korte termijn zichtbaar is. Zo levert uitleg over processen, zoals nitrificatie en denitrificatie, in een aantal gevallen direct winst op. Een gevolg van deze kennisinput is dat ondernemers uitgedaagd en kritischer worden om goed eigenaarschap te tonen, ook wanneer ze daar zelf geen profijt van hebben.

BodemUP 2.0

Het succes van BodemUP heeft ertoe geleid dat er plannen zijn ontwikkeld voor voortzetting van het programma. Renée Zijlstra is tijdelijk projectleider van BodemUP 2.0, dat per 2022 de opvolger van BodemUP zal worden. Ook dit project heeft als doel zoveel mogelijk agrariërs, loonwerkers en andere grondbezitters in Noord-Brabant in staat te stellen de bodem blijvend te verbeteren. Met als resultaat het realiseren van een zo groot mogelijk areaal vitale landbouwbodem in Noord-Brabant vóór 2030. Renée Zijlstra: “Het aantal bodemcoaches zal worden uitgebreid, zodat we aan het eind van 2028 in totaal 1.500 tot 2.000 Noord-Brabantse agrariërs daadwerkelijk hebben kunnen begeleiden met maatregelen in het doorvoeren van gevalideerde bodemmaatregelen. De uitvoering van BodemUP 2.0 wordt qua locatie zoveel mogelijk gekoppeld aan de gebiedsgerichte groenblauwe aanpak stikstof die momenteel ontwikkeld wordt, grondwaterbeschermingsgebieden en landbouwgronden die gevoelig zijn voor nitraatuitspoeling.” Uit een landelijke voortgangsrapportage over de aanpak grondwaterbeschermingsgebieden, blijkt dat de bodemmaatregelen van deelnemers van BodemUP effect hebben. Er vindt bijvoorbeeld minder uitspoeling van nutriënten naar grondwater plaats.

Kenniscentrum Bodem

Naast de huidige financiers van BodemUp, stappen waarschijnlijk ook de Brabantse Waterschappen en ministerie van I&W en LNV in. Daarnaast wordt verwacht dat financiering vanuit het toekomstige landbouwbeleid kan plaats vinden. Ook de Hogere Agrarische School, de HAS in ’s-Hertogenbosch, is betrokken bij BodemUP. Sinds september 2021 is bij de HAS het Kenniscentrum Bodem gestart. Dit kenniscentrum richt zich op duurzaam bodembeheer, met eenzelfde doel als BodemUP. De rol van de bodem en ondergrond krijgt daarin aandacht op alle leerniveaus. Er is aandacht voor de samenhang tussen agrarische aspecten, de leefomgeving en de infrastructuur. Uitgangspunt is dat een vitale bodem de basis vormt voor ecologische stabiliteit.

Wat is een vitale landbouwbodem? In een vitale bodem is er geen sprake van verdichting en zijn het bodemleven, de beworteling en de bodemstructuur zo goed, dat de bodem water kan opnemen en vasthouden (sponswerking), de uitspoeling van nutriënten vermindert en de ziektedruk op gewassen afneemt. Indien een agrariër een vitale bodem op zijn landbouwpercelen heeft, zijn de watervoorziening en opname van voedingstoffen optimaal, waardoor de nutriëntenefficiëntie wordt verhoogd en een hogere gewasopbrengst kan worden gerealiseerd.