80 jaar vrijheid
Grootvader en kleinzoon Sijbers over 80 jaar bevrijding
“Als het gaat om vrijheid, moeten wij onze mond houden”
Dit najaar is het 80 jaar geleden dat Brabant werd bevrijd. Voor veel mensen viel er weinig te vieren. De materiële schade was gigantisch, net als het aantal burgerslachtoffers. “We waren bevrijd, ja, maar we hadden niks meer dan de kleding die we droegen”, vertelt de 92-jarige Mies Sijbers uit Someren. Brabant Magazine sprak hem en zijn 18-jarige kleinzoon Lars Sijbers.
Hoe kijken zij aan tegen 80 jaar vrijheid na de Tweede Wereldoorlog? “Ik vraag me weleens af of ik me bewust genoeg ben van de vrijheid die we hier hebben”, zegt Lars.
Of hij dat bewustzijn heeft? “Ja en nee”, zegt hij aan tafel bij zijn grootouders. “Door de verhalen van mijn opa en mijn interesse in geschiedenis heb ik misschien een iets beter beeld dan de gemiddelde leeftijdgenoot. Maar de rauwe betekenis van vrijheid als je een oorlog hebt meegemaakt, ken ik natuurlijk niet. Ik voel dus wel een kloof tussen mijn opa en mij. En ook tussen mij en leeftijdgenoten die gevlucht zijn uit Oekraïne, bijvoorbeeld.”
Heel dichtbij
Met het bloederige conflict tussen Rusland en Oekraïne komt oorlog ineens weer heel dichtbij. “Ik voel het zeker als een bedreiging”, zegt Lars. “Ineens is vrijheid hier geen vanzelfsprekendheid meer. Het gaat wel om Europa, hè, waar al die jaren geen grootschalig conflict is geweest, op de Balkan na. En, net als in de Tweede Wereldoorlog, is het weer een dictator die de oorlog is begonnen. Dat is dus ook het belang van het kennen van je geschiedenis: dat je die patronen herkent en erop kunt anticiperen.” “Ik zie een herhaling van de zetten van Hitler”, zegt ook grootvader Mies Sijbers. “Wat daar in Oost-Europa gebeurt is een serieuze bedreiging.”
“Onze boerderij was afgebrand en van het vee dat we hadden, was niks meer over”
Granaatinslag
Zelf maakte meneer Sijbers de Tweede Wereldoorlog als kind heel bewust mee. “Ik was 8 toen de oorlog uitbrak en 12 toen we werden bevrijd. Dan weet je dondersgoed wat er aan de hand is.” De verhalen buitelen over elkaar heen. Over zijn vader die ’s nachts op pad ging om distributiebonnen op onderduikadressen te bezorgen. Over de Duitsers die in 1944 de boerderij van zijn ouders in het Limburgse Ospel opeisten om er een telefooncentrale in aan te leggen. Over de granaatinslag bij de ingang van de provisorische schuilkelder van de buren, waaruit nota bene de Duitsers hen bevrijdden. Over het verblijf in de schuilkelder bij de andere buren, waar ze met 23 mensen hutjemutje bij elkaar zaten. “Een van de mannen raakte gewond door een scherf in zijn been”, vertelt hij, zichtbaar geëmotioneerd. “De jongste zoon van de buurman hielp mee om hem naar de Amerikanen te brengen. Op de terugweg is die jongen in een droge sloot op een landmijn gestapt, zijn been lag eraf. Hij is nog helemaal naar huis gekropen en in de kelder voor onze ogen gestorven. Dat beeld raak ik nooit meer kwijt.” Opnieuw grijpt hij naar zijn zakdoek.
Geen feest
Na twee maanden hevige strijd werd Ospel – en ook Brabant – begin november 1944 bevrijd. Maar terug naar de boerderij was voor de familie Sijbers met zeven kinderen geen optie. “Onze boerderij was afgebrand en van het vee dat we hadden, was niks meer over”, vertelt meneer Sijbers. “Nee, het was geen feest voor ons. Tot het einde van het jaar hebben we bij familie gewoond. De dag voor nieuwjaar konden we terug naar Ospel. Een omgebouwde varkensstal werd ons nieuwe huis. Mijn vader heeft toen alles vanaf de grond opnieuw moeten opbouwen. Pas op 5 mei hebben we de bevrijding gevierd, tijdens de Oranjefeesten. Maar daarna moest iedereen gewoon weer voor zijn eigen hachje zorgen. Het feest was dus van korte duur.”
Meer details
Lars kent de verhalen, maar hoort elke keer ook weer iets nieuws. “Meer details en meer diepgang”, zegt hij. “Het verhaal in de schuilkelder met die buurjongen wordt steeds meer ingekleurd. Nu ik wat ouder word en de Lerarenopleiding Geschiedenis aan Fontys Hogeschool volg, praat ik vaker met opa over de oorlog. Samen met mijn vader hebben we eind vorig jaar het monument bezocht voor de twee Engelse vliegtuigen met Franse bemanning, die in de Peel zijn neergestort. En we zijn ook naar het monument ter herinnering aan de burgemeestersmoord gegaan.” “Die was op 15 augustus 1944”, weet meneer Sijbers nog precies. “De burgemeesters van Asten en Someren zaten in het verzet en weigerden namen door te geven van mensen die in Duitsland aan het werk gezet konden worden. Ze zijn toen opgepakt en gefusilleerd door de SS. Daar is nu een film over gemaakt.”
Kleinzoon Lars, opa Mies en oma Tonny
“We moeten de interesse voor wat er in het verleden is gebeurd, blijven prikkelen”
Dodenherdenking
Als Jongerenburgemeester van Helmond is kleinzoon Lars nauw betrokken bij de jaarlijkse Dodenherdenking in de stad. “Op 4 mei heb ik alle Helmondse burgerslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog bij naam genoemd en hun doodsoorzaak erbij verteld. Om ze te eren. Dat waren er rond de 100. Er zaten er bij die in een concentratiekamp waren omgekomen, maar ook veel die rondom de bevrijding zijn gedood door domme pech. Zoals een jongetje dat in de keuken zijn hondje aan het verzorgen was en een granaatscherf in zijn hoofd kreeg. Of twee jongens die speelden met een granaat die afging.”
Hoe belangrijk het volgens hem is om de verhalen te blijven delen en de bevrijding te blijven herdenken? “Hartstikke belangrijk! We moeten de interesse voor wat er in het verleden is gebeurd, blijven prikkelen. Dat we dezelfde geschiedenis delen, geeft een gevoel van saamhorigheid. Het kennen van die geschiedenis is ook belangrijk om de maatschappij van nu te begrijpen.”
Besef
Over wat jongeren kunnen leren van de oudere generatie, kan Lars kort zijn. “Het besef van wat oorlog met een mens doet”, zegt hij. “Kijk, de gewenning van vrede is van alle tijden, maar die maakt ons ook laks. Toen de Russen in 2014 de Krim binnenvielen, sloegen we de krant open en de hand voor onze mond, en we gingen weer door met ons leven. Die houding kan dus echt niet meer. En die tackle je door in gesprek te blijven met ouderen, zeker als het om vrijheid gaat. Dan moeten wij gewoon onze oren openzetten en onze mond houden.”
Kleinzoon Lars, opa Mies en auteur Brigitte de Swart
Ina Adema over 80 jaar vrijheid
In Brabant zijn rond 80 jaar vrijheid veel evenementen georganiseerd. Commissaris van de Koning Ina Adema zal er een aantal van bezoeken. Haar betrokkenheid bij het thema is dan ook erg groot. "Hoe groot de impact van een oorlog kan zijn, dat heb ik in mijn familie meegemaakt. Eén van mijn ooms zat in het verzet. Hij is vermoord door de nazi’s. Dat trauma droeg mijn vader zijn hele leven met zich mee. Een oorlog eindigt niet als de vrede is getekend. Die dendert nog decennialang door. En een oorlog begint niet als de eerste bom valt. Die begint als onderlinge verhoudingen op scherp komen te staan. Het is goed om daarbij stil te staan. En om bij jezelf na te gaan: wat kan ik bijdragen aan onze vrede, veiligheid en vrijheid."
Deel deze pagina via