
OVER WINDMOLENS
In de rubriek ‘Twee meningen’ laten we steeds twee deskundigen of betrokkenen aan het woord over een thema. Deze keer: windmolens. Met Rob de Raad, voormalig raadslid van de lokale partij Gemeentebelangen Samenwerkingsverband in Chaam en met Paul Bindels, voorzitter van de Wijkraad Buitengebied Breda Zuid-West.
Misbaksels of onmisbare schakel?
Er zijn mensen die het horizon vervuilende, herrie makende, subsidie slurpende misbaksels vinden. Anderen zien ze als een onmisbare schakel in de energietransitie, om het klimaatprobleem het hoofd te bieden. Windmolens. Niemand wil ze in zijn achtertuin. Maar dat ze als paddenstoelen uit de grond komen, is onontkoombaar. Met op dit moment 160* windmolens in onze provincie verandert ook het Brabantse landschap. Hoe kijken Brabanders daar tegenaan?
* Dat gaat van kleine windmolens van tientallen meters hoog tot aan windturbines langs de snelweg A16, die 210 meter hoog zijn.
‘Na 25 jaar zijn windmolens afgeschreven. Dan zitten we met een berg afval’
Voormalig raadslid Rob de Raad
‘Vertrouwen is in dit soort processen het allerbelangrijkste’
Voorzitter wijkraad Paul Bindels
De mening van Rob de Raad
Voormalig raadslid van de lokale partij Gemeentebelangen Samenwerkingsverband in Chaam
Windmolens zijn Rob de Raad een doorn in het oog. Als felle tegenstander wegen de voordelen voor hem niet op tegen de nadelen ervan. Als het aan hem ligt, verdwijnen windturbines dan ook stuk voor stuk uit Nederland. En daar heeft hij meerdere redenen voor. “In de eerste plaats is ons land er veel te klein voor”, zegt het voormalig raadslid van GBSV Chaam. “Bovendien hebben we aan land lang niet altijd wind. Er zijn dus perioden waarin er te weinig wind is om aan de energiebehoefte te voldoen. En wat dacht je van de verstoring van de biodiversiteit door windturbines op het land?”
Verstoring biodiversiteit
En dat is volgens De Raad nog niet alles. “Staan ze op zee, dan raken de vissen van slag door het laagfrequente geluid dat de grond in trilt. En dan hebben we het nog niet gehad over de horizonvervuiling, de schaduwimpact van windmolens in de buurt van woongebieden en de geluidsoverlast. Kortom, zowel de mens als de natuur heeft er last van. Waarom zou je dan in hemelsnaam windmolens neerzetten?” De beperkte levensduur is volgens De Raad nog een minpunt. “Na 25 jaar zijn ze afgeschreven, net als zonnepanelen. Dan zitten we met een berg afval. Wat gaan we doen met alle rommel die we overhouden? Daar is absoluut nog niet over nagedacht. Ik heb in België en Frankrijk gezien hoe ze windmolens afvoeren: in een gigantisch gat in de grond. Dat lijkt me nou niet bepaald de oplossing.”
‘Kerncentrales zijn een veel betere oplossing’
Als raadslid was De Raad tussen 2018 en 2022 betrokken bij de RES-regio West-Brabant. Dit is een van de vier Brabantse regio’s met een eigen Regionale Energiestrategie (RES). Hierin staat beschreven waar en in welke mate er plek is voor de opwek van duurzame energie. Tot 2030 gaat het vooral om het plaatsen van windmolens en zonnepanelen. “Wat in de RES onbespreekbaar was, was kernenergie”, zegt De Raad. “Als je daarover begon, werd je verketterd. Terwijl het om schone energie gaat, die niet afhankelijk is van weersinvloeden. Maar er werd alleen maar gepusht naar windmolens. En als we dan nog energie tekortkomen, leggen we alle daken vol zonnepanelen. Maar ook die zijn geen oplossing, want het elektriciteitsnet kan de teruglevering niet meer aan. En dus wil niemand nog een paneel op z’n dak, omdat het niks oplevert. Sterker nog: je moet ervoor gaan betalen als je energie terug wil leveren.”
Taak van de staat
Sowieso is het stroomnetwerk in het zuiden van het land niet sterk genoeg om stroom van windmolens aan te kunnen, zegt De Raad. “Met de aanleg van een zwaarder netwerk ben je zo tien, vijftien jaar verder. We kunnen er beter voor zorgen dat we binnen vijf jaar vijf kleine kerncentrales in Nederland bouwen. Dat is een betere oplossing dan windmolens. Hier bij de A16 staat al een hele rij turbines, en nu willen ze er in de gemeente Alphen-Chaam nóg een of twee plaatsen. Dat moet dan richting Baarle-Nassau, want wij zitten hier dichtbij vliegbasis Gilze-Rijen waar geen windmolens mogen staan. Volgens mij gaat het puur om de winst van degene die erin investeert. Daarom vind ik ook dat de energievoorziening – net als onderwijs, transport en zorg – niet in particuliere handen moet liggen. Dat is een taak van de staat, niet van de markt die ermee aan de haal gaat.”
Minder energie gebruiken
Eigenlijk moeten we ervoor zorgen dat we gewoon minder energie gaan gebruiken, oppert De Raad. “En dan beginnen we bij de industrie, dat is de grootste energieslurper. Waar we voor moeten waken, is dat windmolens het goed moeten maken. Dan kun je beter alle daken in Nederland vol zonnepanelen leggen. Je wekt dan toch stroom op, terwijl niemand er last van heeft. Ik zie het nog wel gebeuren dat we straks allemaal onze eigen stroom opwekken, die we thuis opslaan in een accu. En we hebben natuurlijk altijd nog onze rivieren, waarmee we elektriciteit kunnen opwekken. Wat dat betreft zijn er genoeg alternatieven voor windmolens.”
De mening van Paul Bindels
Voorzitter van de Wijkraad Buitengebied Breda Zuid-West
Langs het Volkerak ter hoogte van Dinteloord verrijst het nieuwe windpark Karolinapolder. De 4 windturbines langs de dijk zijn hoognodig aan vervanging toe. Er komen 4 hogere windmolens voor in de plaats. In de Duurzame Polder tussen ’s-Hertogenbosch en Oss zoeken beide gemeenten nog naar de juiste locaties voor maximaal 25 windturbines. Langs de snelweg A16 in West-Brabant staan ze er al. 28 windmolens van ruim 200 meter hoog voorzien sinds een jaar 150.000 huishoudens van energie.
Weerstand
Aan de komst van de turbines ging twaalf jaar ontwikkeltijd vooraf. Het proces verliep niet zonder slag of stoot. “De weerstand was in mijn beleving groter dan bij de aanleg van de hogesnelheidslijn langs de A16”, aldus wijkraadvoorzitter Bindels, die destijds in de werkgroep A16/HSL zat. “Toen ik van de windmolenplannen hoorde, ben ik naar de informatieavond gegaan. En wat schetste mijn verbazing? Van alle mensen die er zaten, was er maar een enkele omwonende en ondergetekende. Op z’n Brabants gezegd: anderhalve man en een paardenkop. En dat voor een heel actueel onderwerp. Aan ambtenaren van de provincie en de gemeente en aan adviseurs ontbrak het niet. Bleek dat ze veel bewoners uit de omgeving niet hadden uitgenodigd. Die stonden natuurlijk meteen op hun achterste benen, toen ze erover hoorden.”
Tijdens de verschillende informatieavonden die volgden, liepen de spanningen soms hoog op. Eigenaren van duurdere woningen vreesden waardeverlies van hun huis, vertelt Bindels. “Bij die mensen zijn we vanuit de wijkraad, samen met de wethouder, later thuis het gesprek aangegaan. Een aantal van hen is nog gaan procederen, maar dat liep op niets uit. De windmolens zijn er gekomen en er is nagenoeg niemand vertrokken.”
‘De meeste lasten? Dan ook de meeste lusten’
Vertrouwen
Zelf was Bindels in eerste instantie ook geen voorstander van windmolens in zijn achtertuin. “Ik woon hier buitenaf, dan ben je gewend aan het stille landschap dat daarbij hoort.” Uiteindelijk maakte hij toch de switch. “Je moet ook meegaan met de tijd, hè. Dat ik overstag ben gegaan, had ook te maken met de goede voorlichting die we kregen en onze betrokkenheid in het hele proces. Een van de ambtenaren, Jurgen Roovers, heeft zich hier tot aan het einde toe echt hard voor gemaakt. Dat schepte vertrouwen, en dat is in dit soort processen het allerbelangrijkste. Als het vertrouwen er is, krijg je als overheid veel meer gedaan.”
Duidelijk standpunt
Bindels heeft ‘zonder meer’ het gevoel dat er naar de wensen van omwonenden is geluisterd. “Vanuit de wijkraad hadden wij één duidelijk standpunt: zo weinig mogelijk last voor zo weinig mogelijk mensen. Daar is aan voldaan, hoewel je natuurlijk nooit iedereen helemaal tevreden kunt stellen. Sommige turbines hadden misschien iets meer naar links of rechts opgeschoven mogen worden. Maar op een gegeven moment moet het klaar zijn met het geneuzel en moet je er een klap op geven. Ze staan er nu een jaar en ik zie ze op een afstand van twee, drie kilometer overal om me heen.”
Het verbaast hem zelf dat hij ze niet meer vindt misstaan in het landschap. “Blijkbaar een kwestie van gewenning. Dat geldt ook voor het geluid. Ik ben een paar keer bij een windmolen gaan staan en merkte dat het geluid varieert naar gelang de windsnelheid. Vergelijk het maar met een ventilator: zet je die op z’n hardst dan maakt-ie meer herrie dan wanneer je ‘m zachter zet. Er zijn ook mensen die zo’n beetje onder een turbine wonen en er ook aan gewend zijn geraakt.”
Lasten en lusten
Vanaf de start van het project is als randvoorwaarde gesteld dat de omgeving mee moet kunnen delen in de voordelen van de windmolens. Dat betekent dat 25% van de netto-opbrengst wordt geïnvesteerd in energieprojecten voor de gemeenschap. Bindels. “Er gaat nog een jaar of twee overheen voordat de exacte opbrengsten van de windmolens bekend zijn. En dan is het nog de vraag in welke pot het geld bij de gemeente terechtkomt. Wij zeggen: de meeste lasten? Dan ook de meeste lusten. Als het nodig is, gaan wij uiteraard weer op de bres staan voor onze bewoners. Daar zijn we voor als wijkraad.”