Eiwittransitie in de praktijk
Kaas maken zonder koe. Hoe dan?
Geen soja uit het buitenland halen, maar als alternatief lupinen van hier gebruiken. Vissticks met lokale visvervangers. En kaas maken zonder een koe. Klinkende voorbeelden die al (bijna) werkelijkheid zijn. De eiwitten erin komen niet meer uit dieren, maar uit planten. Voilá: Eiwittransitie.
Eiwitten. Een belangrijk en essentieel onderdeel van onze dagelijkse voeding. Ze komen nu nog voor het grootste deel uit dierlijke bron. De laatste jaren vindt er een omslag plaats: eiwitconsumptie en -productie wordt meer plantaardig. Die overgang noemen we de eiwittransitie. Een fenomeen dat zich de laatste jaren in Nederland steeds meer manifesteert en wordt ondersteund. Ook in Brabant. Ook door de provincie Noord-Brabant.
Nu bestaat ons voedsel uit 60% dierlijke eiwitten en 40% alternatieve (waaronder plantaardige). Landelijk is het streven om die balans om te draaien naar respectievelijk 40 en 60% in 2030. Hiervoor zijn fundamentele veranderingen nodig in de hele voedselketen; zowel in de teelt, de verwerking als de consumptie van eiwitten. De provincie wil dit stimuleren door middel van (het versnellen van) innovaties. Dat kan ondernemers helpen de economische kansen van de eiwittransitie optimaal te benutten.
In dit artikel een drietal inspirerende ondernemersverhalen. Vegetarische Slager Jaap Korteweg uit Etten-Leur heeft een nepkoe op stal, boer Henk Kerkers uit Deurne geeft bodem én mens natuurlijke kracht, en Thijs Wullems ‘maakt’ vis in Bergen op Zoom.
Bean Deal en #Beanmeal
In 2022 ondertekende de provincie met 55 andere organisaties de ‘Bean Deal’. Het doel van deze Bean Deal is een opschaling van de Nederlandse teelt en verwerking van eiwitrijke gewassen, primair bestemd voor menselijke consumptie. Allerlei initiatieven vloeien hieruit voort. Zo vond onlangs (van 3 tot en met 10 februari 2024) #BeanMeal plaats, een campagneweek gericht op het eten van meer peulvruchten.
Kaas maken van een metalen koe
Met zijn ‘Vleesch’, gemaakt van soja en lupine-eiwit, pioniert ondernemer Jaap Korteweg uit Etten-Leur al sinds 2010. Inmiddels is De Vegetarische Slager een begrip. Nu is Korteweg (rechts op de foto hiernaast) dicht bij de oplossing om kaas te maken zonder koe. De Vegetarische Slager verkocht Jaap in 2018 aan Unilever. Zijn nieuwe bedrijf Those Vegan Cowboys gaat voor iets anders: échte kaas. Het eiwit caseïne is een belangrijk bestanddeel van melk. Those Vegan Cowboys wil dat namaken in het laboratorium. Dat doen de onderzoekers met micro-organismen die ook in de pens van een koe leven. Hun stalen koe (genaamd Margaret) voeren ze met gras. Als dit zogenoemde precisiefermentatieproces lukt, ligt de kaas over vijf jaar in de supermarkt. Er wordt nog volop aan gewerkt, maar als het aan Jaap ligt wordt de koe straks overbodig bij het kaasmaken. “Ik zie het liefst dat we helemaal geen dieren meer gebruiken. De beelden van slachthuizen en diertransporten zijn afschuwelijk. Stel dat je een soortgelijk product kunt maken zonder die dieren te gebruiken. Dan heb je minder land nodig, gebruik je veel minder energie, veel minder water, geen pesticiden. Dan vind ik dat te verkiezen boven de huidige bio-industrie.” Jaap denkt dat de consument meer bezig is met dierenwelzijn dan vroeger. “Inmiddels heeft de Burger King voor elk gerecht een vegetarische variant. In Duitsland is al één op de vijf verkochte Whoppers en één op de vier chickenburgers plantaardig. Ik zou tegen alle Brabanders willen zeggen: probeer het eens! Maar een waarschuwing van tevoren: het verschil is zelfs voor de expert lastig te proeven…”
De daadwerkelijke stalen koe in het laboratorium van het bedrijf van Korteweg
De kracht van een Brabants boontje
“Mijn groente zo natuurlijk mogelijk buiten laten groeien zonder kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen.” Dat was altijd al de missie van boer Henk Kerkers uit Deurne (de Peel). Dit streven leidde tot lupineteelt op zijn bedrijf. Inmiddels werkt Henk in ‘LuPeel’ samen met tien andere boeren. Hun ambitie is het boontje van de lupine op de kaart te zetten én op ons bord te krijgen. Henk ontdekte dat lupine de bodem op een natuurlijke manier vruchtbaarder maakt. “Ik gebruikte lupine in eerste instantie voor mijn andere gewassen. Het haalt stikstof uit de lucht en zet dat om in voedsel voor de groenten. Je laat dus de natuur je bodem voeden! Lupine trekt veel bijen en hommels aan, dat maakt het goed voor de biodiversiteit. Zo halen we het maximale uit onze eigen bodem, zonder die uit te putten. Wat blijkt? Het boontje is ook voor ons mensen erg voedzaam. “Het is enorm eiwitrijk en bevat weinig koolhydraten. Gezond en lekker eten van hier, daar sta ik voor. Waarom soja importeren van ver, als we een prima alternatief hier hebben?” In Brabantse restaurants kun je al genieten van lupine. Henk levert direct aan koks in de regio. Voor de meeste mensen is de boon echter nog onbekend. Henk hoopt dat daar de komende tijd verandering in komt. “Gevarieerd eten is gezond eten. Verras jezelf eens wat vaker. Bijvoorbeeld door meer lokale groente te eten en iets minder vaak vlees. Want als we nu goed omgaan met onze bodem, kunnen we over honderd jaar ook nog lekker eten.”
Henk Kerkers en zijn lupinebonen
Apen als redders van de zee
De jonge start-up ‘Monkeys by the Sea’ uit Bergen op Zoom maakt smaakvolle visalternatieven met gezonde ingrediënten uit land en zee. Na 13 jaar in de internationale viswereld vond Thijs Wullems dat het roer om moest. “De wilde visserij richt zó veel milieuschade aan: overbevissing, CO2-uitstoot van al dat transport... Ik vond het tijd voor iets positiefs.” “De schoonheid en kwetsbaarheid van de oceanen moeten we beschermen,” vindt Thijs. Ruim twee jaar geleden richtte hij daarom Monkeys by the Sea op. De food-tech startup maakt onder meer vissticks, visfilets en krab-, tonijn- en garnalensalades met regionale ingrediënten. “De eerste generatie visvervangers die op de markt kwam, was gemaakt van geïmporteerde soja of volledig geïmporteerd eindproduct. Wij dachten: dat kan duurzamer, lokaler én voedzamer.” De visalternatieven van Monkeys by the Sea bevatten Omega3, net als vis. “Wat de meeste mensen niet weten: dat komt niet uit de vis, maar uit de algen die de vis eet. Wij slaan de vis over en gebruiken zeewier en micro-algen als ingrediënten.” Andere belangrijke ingrediënten zijn gezuiverd zeewater, rijst, tarwe, oesterzwammen en erwtenproteïne. De oesterzwammen komen uit Oost-Brabant, het zeewater uit de Oosterschelde. Thijs: “Als het over de eiwittransitie gaat valt er in de vissector nog veel winst te behalen. Momenteel zijn we hard aan het door-ontwikkelen. Daarin werken we veel samen met bedrijven uit de buurt. Onze ambities zijn internationaal, maar ook regionaal willen we nóg meer op de kaart. Voorwaarde is dat mensen bekend en vertrouwd raken met visalternatieven. Daarom een oproepje: serveer eens wat anders! Bedrijven kunnen voorloper zijn.”