DE VAN GOGH NATIONAAL PARK ACADEMIE
Thee uit Brabant en andere goeie ideeën
Ondernemers met een plan
Er bestaat geen gebouw in Brabant dat zo heet, maar wel een samenwerkingsruimte. De Van Gogh Nationaal Park Academie. Op initiatief van het Parkbureau Van Gogh NP. De academie is bedoeld om ondernemers met een plan in Van Gogh Nationaal Park samen te brengen en hen te helpen hun ambities waar te maken.
Ze zijn de pioniers van Van Gogh Nationaal Park: gewone Brabanders die het leven een beetje mooier willen maken. Met nieuwe projecten jagen zij hun dromen. Ze willen een groenere omgeving of een nieuwe manier van leven en werken. Een kwestie van doen.
Wat is Van Gogh Nationaal Park?
Van Gogh Nationaal Park is een plan, een masterplan. Bedoeld om de natuur in een gebied waarin ook 1,5 miljoen mensen wonen te behouden en te versterken. Er komt dus geen groot park met een hek erom en een bordje Van Gogh Nationaal Park. Het zijn ruim 50 organisaties die samenwerken. Ménsen die samenwerken.
Het gaat om het gebied waarin de steden Eindhoven, Helmond, ‘s-Hertogenbosch, Tilburg en Breda liggen. Maar waarin ook de slimste regio ter wereld, beschermde natuurgebieden, toeristen, slingerende beken en boeren een plek hebben. En moeten kunnen houden.
"Van Gogh Nationaal Park is een eigenzinnig, heel Brabants, bijeenbrengen van kunst en cultuur in een landschap waar het mogelijk is letterlijk in de voetsporen van Vincent te treden. Het vinden van evenwicht tussen economische belangen, natuur en landschap", zoals het officieel staat beschreven.
Rolf Vonk (38)
Geboren: Veghel Woonplaats: Veghel Beroep: Medewerker Erfgoed Brabant
Johan Jansen (37)
Geboren: Oudenbosch Woonplaats: Zundert Beroep: Eigenaar LocalTea
“Het industriegebied van Veghel wordt als het lelijkste stuk van de regio gezien."
Liefde voor erfgoed Als klein jongetje kwam Rolf Vonk regelmatig op de oude boerderij van Sjaantje en Wimke in het buitengebied van Veghel. Daar rook hij de geur van koeien, zag hij eeuwenoude balken en hoorde hij het zware dialect van de boerin. Volgens Rolf is zijn liefde voor erfgoed op deze plek geboren. Nu waakt hij over de wortels van zijn geboortegrond. En die liggen niet alleen in het nostalgische boerenland, maar óók in de industrie: “Ze vormen een spannende combinatie en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.” Lelijkste stuk van de regio “Het industriegebied van Veghel wordt als het lelijkste stuk van de regio gezien. Dat komt vooral omdat de dingen die vroeger met elkaar verbonden waren door de jaren heen zijn losgeknipt: de dorpskern, de industrie, het Wijbosch Broek. Er zijn keiharde, onnatuurlijke grenzen ontstaan. Een nieuw Eerderwoud, dat zich in de Middeleeuwen uitstrekte van Dorshout bij Veghel tot Houterd bij Schijndel, kan die losse elementen op een eigentijdse manier weer met elkaar verbinden.” Drijfveer De aanleg van het industrieterrein in Doornhoek en De Kempkens was voor Vonk een belangrijke drijfveer. “Daar is een prachtig stuk Brabant plat gebulldozerd. Ik snap dat er economische keuzes gemaakt moeten worden, maar hier is een versteend landschap zonder verhaal ontstaan met enkel wat schaamgroen. Wie wordt daar gelukkig van? Dat moet anders kunnen.” Industrie is toch per definitie lelijk. Wat kun je daaraan doen? “Vroeger hoorde de industrie veel meer bij het dorp en de omgeving dan nu. Dat zorgt ook voor wederzijdse betrokkenheid. Daar moeten we met nieuwe oplossingen terug naartoe. Na de Tweede Wereldoorlog wilde Veghel er met industrialisatie voor zorgen dat er werk was in de regio, zodat de bewoners een goed leven konden opbouwen. Dat was de toekomstvisie van toen. We zitten nu op het punt dat we over ónze nalatenschap moeten nadenken, hoe willen wij de wereld achterlaten? Versteend en versnipperd of groen en met elkaar verbonden?” Verrast “Daarom was ik zo verrast toen ik met bedrijven in gesprek raakte. Zij zijn zich heel erg bewust van hun maatschappelijke rol en zijn oprecht geïnteresseerd in vernieuwing. Thema’s als duurzaamheid, circulaire economie en verantwoord ondernemen staan er serieus op de agenda. Meer dan bij de lokale overheid.”
“Het moet anders in de land- en tuinbouw, we staan de natuur in de weg”
Toen Johan Jansen in China voor het eerst zelf thee maakte, wist hij dat er geen weg terug was. Hij ging theeplanten kweken die tegen het Europese klimaat konden, produceerde vervolgens zelf thee en heeft ondertussen “plantages” in onder meer Nederland, België en Duitsland. Alles met oog voor het ambacht, goede thee en de eigen omgeving. “Als we de natuur willen behouden, moeten we echt anders gaan denken.” Het ligt gevoelig Johan Jansen uit Zundert heeft veel vrienden in de land- en tuinbouw. Praten over de toekomst van de sector is soms lastig. “Het ligt gevoelig”, zegt hij. “Sommigen willen niets van verandering weten. Zij hebben hun hele leven gehoord dat de huidige manier van werken de beste is. Het inslaan van een nieuwe weg kost tijd. We zullen tot het inzicht moeten komen dat het ook anders kan en dat dit ook voor iedereen beter is.” Johan, die zelf opgroeide op een tomatenkwekerij, vergelijkt het met iemand die zijn hele leven tot tevredenheid bij Mc Donalds heeft gegeten. Waarom zou die ineens wat anders moeten eten? “Tot je deze mensen kennis laat maken met goede producten”, aldus Johan. “Dan komt hij of zij erachter dat je je daar beter van gaat voelen, meer energie krijgt. Dat inzicht zorgt ervoor dat iemand bereid is om een nieuwe weg in te slaan.” Liefde voor de thee Zijn bedrijf LocalTea is niet als een zogenaamd groen initiatief geboren. Het begon met zijn liefde voor thee. Als jongetje was Johan veel met zijn opa onderweg, een echte theedrinker die de pot een hele nacht liet trekken om hem daarna in een beugelfles van Grolsch te gieten. “Daarmee ben ik groot geworden”, zegt Johan. “Thee uit een beugelfles.” Oneerlijke methode was aanzet De ontmoeting met de ambachtelijke theemakers in China zette Johan aan het denken. Al sinds de VOC-tijd wordt de meeste thee via een methode gemaakt die vooral is gericht op massaproductie en winst. En slechts een paar procent komt terecht bij de boeren die het harde werk verrichten. Oneerlijk, vindt Johan. Een gedachte die naadloos past bij Vincent Van Gogh die in zijn leven en werk altijd is opgekomen voor de onderliggende partij. Met LocalTea probeert Johan die cirkel te doorbreken: “Maar je ziet dat ook de grote producenten steeds meer onder druk komen te staan om duurzamer en met oog voor de boeren te produceren.” Acht jaar ontwikkeling Johan deed er acht jaar over om een theeplant te kweken die in het Nederlandse klimaat kan overleven en floreren. Het was de bedoeling om deze planten aan particulieren te verkopen voor in de tuin of de kamer. Het ambachtelijk produceren van thee zouden anderen moeten doen. Toen dat niet gebeurde heeft Johan het zelf maar opgepakt. Samen met theemaakster Dionne, die inmiddels zijn levenspartner is.