Wonen, ouderen en zorg. Dat was één van de grote thema’s in de recent gehouden Brabantse week van het wonen. Brabant Magazine bespreekt een voorbeeld in Veghel en schetst de urgentie van het beleid op vergrijzing en wonen.
Van de nog 29 resterende zusters Franciscanessen in Veghel is de gemiddelde leeftijd 88 jaar. Vanuit hun 175 jaar maatschappelijke betrokkenheid zijn de zusters in lijn met hun veerkrachtige traditie op zoek gegaan hoe zij hun erfgoed, gedachtegoed en het pand het beste kunnen overdragen aan de volgende generaties.
Traditie
De zusters hechten veel waarde aan de voortzetting van de traditie. Ze zijn altijd erg betrokken geweest bij de Veghelse samenleving, met bijzondere aandacht voor opvoeding, zorg, opvang en scholing.
Saamhorigheid, verbondenheid en solidariteit vormen de rode draad van hun gedachtengoed. En dat willen de overgebleven zusters graag behouden. Samen met hen maakte Zenzo Maatschappelijk Vastgoed plannen voor de herontwikkeling van het terrein van het klooster en het naastgelegen voormalige Bernhoven-Veghel ziekenhuis. Met hun tradities, waarden en normen.
Omkijken naar elkaar
Zorg speelt een belangrijke rol. Zuster Gerda van Gogh, provinciaal overste van de Zusters Franciscanessen, omschrijft het als volgt: ”Een plek waar je niet heel druk bent met je eigen leven, maar waar je heel duidelijk kijkt naar de buurvrouw of buurman die misschien niet zo gelukkig is als jij”.
En dat is waar ze in Veghel goed naar hebben geluisterd. Wonen, werken, leren, ontmoeten, ondersteunen, (be)leven en omkijken naar elkaar staan centraal op deze plek.
Sociale kant
De sociale kant van Het Kloosterkwartier in Veghel komt vooral tot uiting in dat deel dat Leefgoed wordt genoemd. "Leefgoed is voor gezinnen, mensen met een extra zorgbehoefte, scholieren, verenigingen en ondernemers. Mensen en organisaties die elkaar (willen) kennen en iets voor elkaar over hebben. Met als resultaat een sociaal sterke omgeving", zo wordt Leefgoed omschreven. Daarom ook is Veghel een goed voorbeeld van hoe de gemeente Meierijstad, Zenzo Maatschappelijk Vastgoed en lokale partners samen tot een nieuwe bestemming komen, waarbij naast wonen nadrukkelijk de thema’s ontmoeten en (be)leven, zorg en ondersteuning en leren en werken worden ingevuld. Inge van Eekelen, voorzitter van de projectgroep Leefgoed Veghel. “Stel je voor, iemand loopt ergens tegenaan en zoekt daarvoor een oplossing. Dat kan een zorgvraag zijn, maar ook over het ophangen van een schilderij. Wij zoeken dan de geschikte partijen en brengen ze met elkaar in contact”.

De vier van Veghel
Het Kloosterkwartier in Veghel is een herbestemming van het erfgoed van de Congregatie der Zusters Franciscanessen. Het is één van de projecten van de ‘De Vier van Veghel’. De andere drie transformatieprojecten gaan over de herstructurering van de winkelstructuur, het terrein rondom het Stadhuisplein, en over de ecologische verbindingszone binnen het centrum en langs de rivier de Aa.
Ontmoetingsplek
Het Kloosterkwartier, acht hectare groot, is sinds 2018 een gebied in ontwikkeling. In de eerste fase zijn de leegstaande gebouwen in gebruik gegeven, in de tweede fase zijn de eerste 150 woningen, zowel reguliere als zorgwoningen, gerealiseerd en in de derde fase worden de komende jaren nog 350 woningen/appartementen toegevoegd. Dé ontmoetingsplek is een park met een 30.000 vierkante meter grote kloostertuin, een groen hart midden in Veghel dat nu voor iedereen toegankelijk is en wordt onderhouden door mensen met een extra zorgbehoefte. Het Bernhoven-Veghel ziekenhuis is gesloopt, daar staan nu woningen.

Eetzaal wordt biljartzaal
In het klooster zijn 30 appartementen voor jongeren met autisme en een kinderdagverblijf voor kinderen met een extra zorgbehoefte gekomen. En om ontmoeting tussen verschillende groepen in het Kloosterkwartier te stimuleren zijn nog meer voorzieningen toegevoegd. Zo is de oude eetzaal omgetoverd tot overdekte jeu-de-boules-baan en de lokale biljartclub heeft er z’n intrek genomen. De leden van de biljartclub runnen op vrijwillige basis de tuinkamer van de zusters. Zo kan iedereen heel gemakkelijk en op een laagdrempelige manier bekende én nieuwe mensen ontmoeten. De keuze voor een mix van wonen is in samenspraak met toekomstige bewoners en omwonenden tot stand gekomen. En omwonenden maken inmiddels ook veelvuldig gebruik van het terrein van het klooster dat altijd een verborgen gebied midden in Veghel is geweest.

Het Kloosterkwartier in Veghel speelt goed in op wat in de Brabantse Week van het Wonen, begin december georganiseerd door de provincie, één van de meest urgente thema’s van dit moment is genoemd: de toenemende vergrijzing en de daarmee samenhangende opgaven op het vlak van wonen met zorg en welzijn. Want ondanks de druk op de woningmarkt en het credo ‘bouwen, bouwen, bouwen’ doet de provincie dat wel met beleid. Er moet naast de aantallen vooral oog zijn voor bijvoorbeeld de verbetering van de kwaliteit van onze leefomgeving, maar ook voor betaalbare woningen én voor woningen en woonvormen die passen bij de behoefte in de toekomst.
Visie in 3 stappen
Visie in drie stappen Het is belangrijk dat ook in Brabant vooruitgang wordt geboekt bij het vorm en inhoud geven aan wat de landelijke Taskforce Wonen en Zorg heeft ingezet, een visie bestaande uit drie stappen. Allereerst moet de behoefte voor passende woningen voor de komende 20 jaar in beeld worden gebracht. Het gaat dan om woonvormen waarbij mensen nog helemaal of gedeeltelijk zelfstandig wonen, tot aan de behoefte aan verpleeghuisplaatsen. Dus van thuis tot verpleeghuis en tal van nieuwe, eventueel collectieve woonvormen daar tussenin. Als je de behoefte beter in kaart brengt, kun je ook doelen stellen. Om die te halen zijn er visies nodig, hoe en met wie je de opgaven gaat oppakken en concreet uitwerkt. En dat doe je als overheid niet alleen. Zo’n uitvoeringsprogramma maak je met de hele keten van partijen en instanties die zich inzetten voor wonen, zorg en welzijn.

Partijen samenbrengen
Vanuit de Brabantse samenleving klinkt een steeds duidelijkere oproep aan de provincie om daarin een stevige rol te pakken. Deze ligt vooral in het organiseren van een Brabantse netwerk ‘wonen-zorg-welzijn’. Partijen bijeenbrengen dus. Van projectontwikkelaars en vastgoedeigenaren tot zorgverzekeraars, van gemeenten en KBO tot aan particuliere initiatieven en de ouderen, van nu en straks zelf. En, zoals nu al op vele vlakken via de Brabantse Agenda Wonen gebeurt, kan de provincie helpen bij die stappen om van een analyse van woonwensen te komen tot concreet uit te voeren plannen in een gemeente. Die stelt dan bijvoorbeeld een actiegerichte agenda op, waaraan de verschillende netwerkpartijen meebouwen. Denk daarbij aan het matchen van de plannen van gemeenten met de toekomstige behoefte. Of aan het concreet maken, via prognoses en analyses, hoe de vergrijzing de komende jaren zijn intrede doet.

Twee vliegen in één klap
Door in te spelen op de verdere vergrijzing van de bevolking en hiervoor ook de goede woningen en woonvormen te bouwen, kunnen vaak twee vliegen in één klap worden geslagen. We krijgen meer verschillende typen huizen en woonconcepten die er nog niet zijn, maar waaraan wel steeds meer behoefte zal zijn. En omdat mensen doorstormen van het ene huis naar het andere komen er plekken vrij voor mensen die een huis zoeken, inclusief jonge gezinnen en starters. Naast nieuwbouw kan hierbij ook nu al nagedacht worden over concrete plekken, die voor nieuwe woonruimte beschikbaar zijn of komen: zijn er locaties of gebouwen in steden, dorpen of wijken die leeg komen en heel passend zijn voor ouderen? En hoe richt je dat dat in?

Urgentie
Gedeputeerde Erik Ronnes onderschreef de urgentie tijdens de Brabantse Week van het Wonen: “Ik hoor de oproep richting provincie om een rol te pakken en samen met partijen te komen tot actie. Hoe kunnen we ouderen zo lang mogelijk, in een passende woning en in een goede omgeving zelfstandig laten wonen? Dat is voor mij als gedeputeerde een belangrijke opgave”.