Robots rukken op
Brabant wereldwijde koploper met agrirobots?
Denk je aan robots, dan denk je aan apparaten die er bijna uit zien als mensen. En je denkt bij gebruik van robots vooral aan de industrie en een beetje aan de zorg. Maar in de landbouw rukt de robot op. En niet zo'n beetje ook. De agrirobot. In Brabant wordt er hard aan gewerkt, én wordt deze al ingezet. Waar gaat het naartoe?
Een tractor met GPS (Global Positioning System) is tegenwoordig al bijna de normaalste zaak van de wereld. Die GPS zorgt er bijvoorbeeld voor dat tractoren tijdens het werk recht rijden, waardoor er geen overlap noch loze ruimte tussen de zogeheten werkgangen ontstaat. De ontwikkeling van robots staat nog maar in de kinderschoenen en zal de komende decennia alleen maar verder groeien. Nederland telt op dit moment minstens zes bedrijven die bezig zijn met het ontwikkelen van een agrirobot. Twee daarvan staan in Brabant: in Almkerk en Deurne, om precies te zijn.
Tegenwoordig worden ook veel drones ingezet in de landbouw. Ze kunnen inspecteren, overzicht bieden, meten, noem maar op. Er zijn ook al drones die door een kas van een tuinbouwer vliegen om motten te bestrijden zonder pesticiden: eenvoudigweg door de beestjes stuk te vliegen
Met inzet van robots intensiveer je de landbouw, maar het zorgt er ook voor dat je niet méér grond nodig hebt, dat je minder mest en bestrijdingsmiddelen hoeft te gebruiken en minder water. En ja, ook minder arbeidskrachten. Maar dat is niet altijd nadelig, want veel van dit type werk is voor de mens onplezierig of ongezond.
Multicropping is een vorm van landbouw waarbij de grond is ingedeeld in kleinere stukjes of stroken (zie foto boven). Daarop groeien verschillende gewassen samen. Zij beschermen elkaar op een natuurlijke manier tegen ziekten. Zo worden ze samen ook aantrekkelijker voor belangrijke insecten. Multicropping is mogelijk geworden door snelle ontwikkelingen in allerlei sectoren: robotics, kunstmatige intelligentie (articifial intelligence, A.I.) en sensor & vision technologie. Die laatste is er vooral om schaarse landbouwgrond effectiever te gebruiken, biodiversiteit te verhogen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen te verminderen. In de nabije toekomst beheert een zwerm van robots het veld en past werkzaamheden aan op de situatie op basis van diverse sensor-metingen en het gebruik van big data. Denk dan aan klimaatgegevens en het op tijd voorspellen van ziekten. De robot ziet dat het te droog of te nat is. Deze werkwijze is goed voor de biodiversiteit, voor de bodem, goed voor de natuur én beter voor de boer, want deze manier van werken kan tot 20% meer opbrengst leiden op dezelfde grond. En er worden bij deze methode geen kunstmest en minder bestrijdingsmiddelen gebruikt. Een voorbeeld van zo'n type agrirobot is de Robot One van het bedrijf Pixelfarming Robotics in Almkerk, West-Brabant. De onderneming is opgericht in – nog maar - 2019... De Robot One rijdt op zonne-energie en kan 24/7 werken.
Het andere robot-bedrijf, Farmertronics in Deurne, is al wat ouder (2012). Het won in 2017 de innovatieprijs van de provincie Noord-Brabant met een onbemande tractor die elektrisch wordt aangedreven (op stroom rijdt). Ook drones worden tegenwoordig veel ingezet in de landbouw. Farmertronics werkt daar aan mee.
This video has been disabled until you accept marketing cookies.Manage your preferences here or directly accept targeting cookies
In een onderzoek van de ABN AMRO-bank van augustus vorig jaar staat dat de markt van agrarische robots in Nederland de komende tien jaar drie keer zo groot kan worden, van € 715 miljoen naar € 2,5 miljard. De bank ziet groeiende personeelstekorten als belangrijkste versneller voor de doorbraak ervan, net zoals de verschuiving naar duurzame voedselproductie. Het rapport heet veelzeggend: “strijd om agrarische robots breekt los."

Er is nóg een recent onderzoek, en wel dat van de BOM, de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij. Dat brengt haarfijn de relatie in kaart tussen de traditionele landbouw en veeteelt in Brabant en de nieuwe technologie van de 20e eeuw. "Tel de twee bij elkaar op en je ziet direct de onmiskenbare logica van Brabants toppositie in de agritech”, stelt de BOM. Anders gezegd: combineer de Brabantse agrarische sector met ‘De Slimste Regio van de Wereld’, en je snapt waar de toekomst van Brabant ligt. In dat rapport staat ook dat van de 1.600 hightech bedrijven in Brabant 30% actief is in de agrifoodsector. Wereldwijd is Nederland (op de VS na) de grootste exporteur van landbouw- en veeteeltproducten.

Een robottractor kan je inzetten om onkruid te verwijderen. Met een verdelgingsmiddel, of beter nog: door met mesjes, lasers of met grijpertjes het onkruid te wieden. Voor elk werk is een robot te bedenken en te ontwikkelen. Er zijn ook robots die van alles kunnen: zaaien, sproeien, oogsten, planten, wieden of inspecteren, afhankelijk van welk type machine je in de robot hangt. Kunstmatige intelligentie en andere snelle ontwikkelingen in data science maken het in de toekomst mogelijk om een zwerm van gespecialiseerde en kleine agrirobots en drones samen te laten werken om de verschillende taken gezamenlijk uit te voeren. Overigens zijn er in Brabant ook bedrijven die aspergesteekmachines maken (dat zijn eigenlijk ook een beetje robots). Denk daarbij aan Cerescon in Heeze en HvL Motion in Westerbeek bij Uden.
"Wat is het probleem dat samen moet worden opgelost?"
Prof. Dr. Jakob de Vlieg is hoogleraar aan de TU/e in Eindhoven en ook betrokken bij Jheronimus Academy of Data Science (JADS), de internationale academie voor data science in 's-Hertogenbosch. Ontwikkelen van geavanceerde A.I en data science oplossingen voor het AgriFood&Nature domein is een kerngebied voor JADS. Data science om een brug te slaan tussen AgriFood en Hightech.
Rapporten De Vlieg heeft onder meer meegewerkt aan het hierboven genoemde rapport van de ABN AMRO en kan als geen ander in Brabant de toekomst van deze tak van sport toelichten. Krachtige versneller “Brabant heeft een heel mooie uitgangspositie als het gaat om de ontwikkeling van agrirobots", zegt De Vlieg, “maar het moet vooral in samenhang. Het draait wat mij betreft om drie elementen: de ontwikkeling van robotics, de ontwikkeling van sensoren en vision-technologie en het kunnen verbinden van de grote hoeveelheden data en deze vervolgens via kunstmatige intelligentie te kunnen omzetten in bruikbare kennis. In Brabant zijn veel mogelijkheden om innovatieve bruggen te bouwen tussen de Agri&Food en Hightech sector. Data en kunstmatige intelligentie zijn hierin een krachtige versneller", meent De Vlieg. "We moeten opletten." Nederland had vroeger een voorsprong op het gebied van agrifood, maar de wereldwijde (technologische en wetenschappelijke) ontwikkelingen gaan tegenwoordig zó snel, dat we moeten opletten. “We moeten met vele spelers, in Nederland en internationaal samenwerken om onze ambities te realiseren. Momenteel werken we aan het opzetten van een internationale samenwerking op het gebied van data-oplossingen voor de agrifood sector met o.a. California, Nieuw Zeeland, België en Duitsland. Uitgangspositie daarbij is niet: wat kán er, maar wat is het probleem dat samen moet worden opgelost?
Versneller
De hoogleraar vindt het ook belangrijk, dat er niet alleen wordt gewerkt op het fundamentele onderzoeks-niveau (voor specialisten: de lager technologie readiness levels, TRL), maar juist op het slim verbinden van lagere en hogere TRL-levels. “Goede vragen uit de maatschappij en/of het bedrijfsleven leidt juist tot relevant fundamenteel onderzoek in dit tijdperk van big data en robotics. Het gaat om het bouwen van een ecosysteem van kennisinstellingen, organisaties en bedrijfsleven om innovaties te versnellen. Data is een versneller voor moderne innovatie. Feitelijk gaat JADS over het ontwikkelen van een nieuw type wetenschap dat opereert op het grensvlak tussen onderwijs, onderzoek en maatschappij.”
Volgens De Vlieg is dit essentieel om waarde te genereren voor de agrifoodsector, zodat we voldoende voedsel kunnen blijven produceren op duurzame wijze. “Dit zal leiden tot allerlei slimme innovaties, zoals het mogelijk maken van multicropping op basis van drones en agrirobots die we met elkaar laten samenwerken. Maar ook tot nieuwe datamethoden om voedselproductieketens korter te maken of productie meer bij de boer zelf kunnen doen om zo de footprint van de keten te verkleinen. Alles om samen te werken aan een duurzame sector. Essentieel hierin is vanzelfsprekend ook het opleiden van nieuwe en breed-georiënteerd datatalent dat de data-uitdagingen van de agrifood sector begrijpt”, zegt Prof. Dr. Jakob de Vlieg.
“Boeren horen bij Brabant. Dat is al eeuwen zo. Hightech hoort ook bij Brabant, dat hebben we vooral in de laatste decennia tot volle ontwikkeling zien komen", zegt Elies Lemkes-Straver, gedeputeerde voor Landbouw, Voedsel en Natuur. "Dat deze twee sectoren elkaar hebben gevonden biedt potentie, misschien wel potentie voor een hele nieuwe bedrijfstak. Een derde van de hightechbedrijven levert aan de landbouw, dus we hebben al een hele sterke basis in de hele breedte van de sector."
Logisch gevolg "Dat deze ontwikkelingen hebben geleid tot een toppositie in de agrotech is bijna een logisch gevolg. De agrarische robots zijn daarbij een prachtig voorbeeld. Een ontwikkeling waar we trots op zijn en die wij van harte steunen. Want mede dankzij deze robots zijn duurzamere productiemethoden mogelijk, waarbij we met zo min mogelijke belasting van bodem en natuur, zo hoog mogelijke resultaten kunnen behalen.”